Melissa (21) had woedeaanvallen: ‘Mijn boosheid was een onderdeel van mijzelf geworden’
Iedereen heeft een verhaal. Maar wanneer heb je de kans om onbeschaamd al je vragen aan de ander te stellen? Nou, dat kan hier! Bij de BEAM-rubriek ‘Durf te Vragen’ stellen wij de vragen die jij via Instagram hebt ingestuurd. Wij stelden Melissa (21) vragen over haar woedeaanvallen. ‘Mijn familie liep op hun tenen, om mij maar niet boos te maken.’
Jenita: Wat waren de triggers voor je woedeaanvallen?
“Het probleem was dat er geen aanleiding hoefde te zijn. Ik kon om alles boos worden. Bijvoorbeeld als iemand het niet met mij eens was of als ze in mijn ogen iets verkeerd deden. Dan dacht ik niet meer na en kwam alles eruit wat er in mij opkwam. Een keer heb ik de deur zo hard dicht gesmeten, dat er scheuren in de muur ontstonden. Op dit soort momenten had ik geen controle over mezelf. Mijn woedeaanvallen begonnen toen ik zes jaar was en mijn neef overleed. Zijn dood had een grote impact op mij. Ik wist niet hoe ik mijn emoties moest verwerken, dus stopte ik ze maar weg. Die gevoelens kwamen er op andere momenten uit als woede .”
Lisanne: Hoe weet je of je een woedeaanval hebt of dat je ‘gewoon’ boos bent?
“Dat verschil zie ik nu beter, juist omdat ik geen last meer heb van woedeaanvallen. Als ik nu boos ben, heb ik niet meer de intentie om uit te vallen naar anderen. Ik ben vaak wel wat stiller en je kunt merken dat ik me irriteer. Daar blijft het bij. Ik kon altijd een woedeaanval aan voelen komen, doordat ik niet meer nadacht over wat ik zei. Alles floepte er uit en dat kon ik ook niet meer stoppen. De woede-uitbarsting was dan al in volle gang.”
Lotte: Hoe reageerden anderen erop?
“Dit lag eraan waar ik was. Op school of in de stad had ik veel minder last van mijn woedeaanvallen. Dit kwam omdat ik vrienden had die aanvoelden wanneer ik boos werd. Dan bleven ze eventjes stil. Ik houd erg van leren, dus op school was ik genoeg afgeleid door de lessen. Dat was echt mijn veilige plek. Thuis werd ik juist vaak kwaad. Mijn familie liep op hun tenen, om mij maar niet boos te maken. Mijn moeder heeft ook gezegd dat ze nooit had verwacht dat ik zelf zo aan mijn woedeaanvallen kon werken. Mijn boosheid was voor haar een onderdeel van mij geworden.“
Laura: Hoe heb je geleerd om met je woede om te gaan?
“Ik begon eerst met medicatie die mijn gevoelens onderdrukten. Dan was ik de hele dag een soort high. Ik wist dat ik eigenlijk verdrietig, boos of blij zou moeten zijn, maar ik was het niet. Ik voelde me afgestompt. Ik ging ook regelmatig naar een psycholoog, maar die gesprekken hielpen destijds niet. Na een tijd van medicijngebruik bleek dat mijn lever het niet meer aan kon. Ik moest acuut stoppen met alle medicatie die ik had. Dat was een stressvolle periode voor mij, ik moest opeens weer met mijn emoties dealen. Toen ik beter werd, kreeg ik de keuze of ik weer met mijn medicijnen wilde beginnen. Ik heb ervoor gekozen om zonder medicatie aan mezelf te werken. Dit was een angstige periode, maar ik wilde het zelf kunnen doen. Ik wilde met mijn emoties kunnen omgaan en van mijn woede af .”
Ruben : Ben je wel eens woedend of boos geweest op God?
“Ja, in de tijd dat mijn mentale problemen en woedeaanvallen het ergst waren, geloofde ik eigenlijk niet. Ik dacht: God, waarom gebeurt dit allemaal? Waarom ben ik wie ik ben? Ik had het gevoel dat het geen nut had om te geloven. Nadat ik stopte met mijn medicijnen voelde ik me langzamerhand meer op mijn plek in mijn geloof. Op een dag zei een man op straat tegen mij: God geeft de sterkste soldaat de zwaarste strijd. Hier ging ik over nadenken. Deze zin betekent voor mij dat ik krachtiger ben door alles wat ik heb meegemaakt. Het is ook mijn motto geworden: God zal mij niet in een situatie brengen, waar ik niet de kracht voor heb.”
Lees ook over: