Zó zouden verhalen over bijbelse figuren tegenwoordig klinken

André de verliezer  

André staat voor de moeilijkste keuze van zijn leven: een leven dicht bij God, in volledige harmonie met alles en iedereen om hem heen; of een leven in het donker, maar met de mogelijkheid om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Hij denkt voor het goede te kiezen, maar verliest. Hij verliest zijn onschuld, zijn eeuwige leven en zijn intieme relatie met God. 

Genesis 3 

Jim de bedrieger 

Zijn spieren spannen zich tot het uiterste. Elk beetje energie dat Jim in zijn lichaam heeft, perst hij eruit. Voor hem ziet hij de schaatsen van zijn tweelingbroer in het ijs snijden. Hij moet nog harder, maar helaas, hij verliest weer. Hij ziet de trotse blik op het gezicht van zijn vader als die zijn arm om de schouders van zijn broer heen slaat. Jim kijkt hij niet eens aan. Gelukkig is daar zijn moeder die, zoals altijd, medelijden met hem heeft. Ooit zal hij van Erik winnen, wat het hem ook kost.  

Genesis 25-27 

Tara de sluwe 

Er loopt een vrouw langs de weg. Bloedmooi en sensueel; uitdagend ook. Op zoek naar een klant, maar niet zomaar een. Ze is op zoek naar de man die haar bedroog, de man die haar niet gaf waar ze recht op had. Zichzelf verlagen tot hoer is haar allerlaatste optie. Omdat de man te wellustig is om eerst naar de pinautomaat te lopen, laat hij na de daad zijn smartphone achter als onderpand terwijl hij geld gaat halen. Als hij terugkomt, is Tara spoorloos verdwenen. Een paar maanden later staat de vrouw van zijn overleden zoon voor de deur. Zwanger. Ongehuwd. Woedend wordt hij, totdat hij erachter komt dat hij zélf de vader is van het kind dat zij draagt.  

Genesis 38 

Ree de hoer 

Ree staat in de deuropening van haar werkkamer. Haar vermoeide schouders hangen teleurgesteld naar beneden. Terwijl ze zich omdraait om de boel af te sluiten, ziet ze aan het einde van de straat twee mannen. In tegenstelling tot het doorgaande publiek, werpen ze geen hongerige blikken op haar schaars geklede collega’s. In plaats daarvan kijken ze stuurs naar de grond, boos bijna. Zonder erover na te denken, spreekt ze hen aan: “Kan ik jullie ergens mee helpen?”  

Jozua 2 

Rilana de asielzoeker 

Met kloppend hart staat Rilana voor de deur van de vreemdelingendienst op Schiphol. Ze voelt zich misplaatst. In haar land is geen oorlog, geen honger en ze staat ook niet op een dodenlijst. Er is geen logische reden waarom ze per se hier in Nederland wil wonen, behalve dat ze zich één voelt met het Nederlandse volk, in het bijzonder haar schoonmoeder. Nu is het de man aan de andere kant van de deur die zal beslissen of ze hier mag blijven of niet. Ze vraagt zich af hoe ze hem het best kan overtuigen.  

Ruth 3 

Dave de moordenaar 

SPIJT, SPIJT, SPIJT. Dave trekt het niet meer. Hoe kon hij ooit bedenken dat het oké was om vreemd te gaan met de vrouw van Jason, zijn beste vriend? Nu is ze zwanger, in verwachting van hun liefdesbaby. De verantwoordelijkheid om de situatie op te lossen voordat iemand erachter komt, drukt zwaar op zijn schouders. Schijnheilig en zogenaamd vriendschappelijk crost hij samen met Jason over het circuit van Zandvoort. Door het vizier van zijn helm kijkt hij naar de banden van de motor voor hem. Een verwerpelijk idee borrelt in hem omhoog. Tijd om zijn plan te overwegen, gunt hij zichzelf niet. Dave geeft gas, rukt aan zijn stuur en daar vliegt Jason door de lucht. Met een doffe klap valt hij in een rare hoek op het asfalt. Opgeruimd staat netjes … 

2 Samuel 11 

Mark de afvallige 

De erfenis van zijn gelovige vader gooit Mark ruw overboord. Blij dat hij eindelijk van die man af is. Hij doet waar hij zelf zin in heeft en leeft een fantastisch leven. Jaren later, in de gevangenis als gevolg van zijn ‘fantastische leven’, denkt hij terug aan zijn vader. Niet dat z’n ouweheer geen narigheid kende, maar met God aan zijn zijde was zijn leven toch een stuk fijner. Dat mist hij. Zeker nu hij de laatste paar jaar tussen de vier hoge muren van zijn cel zal doorbrengen. En daar, onder de ogen van zijn bewakers, breekt hij en bidt hij tot God; om bevrijding uit de gevangenis én om bevrijding van zijn zondige leven.  

2 Kronieken 33 

Marit de maagd 

Stamelend kijkt ze in de ogen van haar voorganger. Zijn ongeloof doet pijn. Nog een keer legt Marit uit dat ze écht geen seks heeft gehad met haar vriend, nee ook niet met een condoom of ander voorbehoedsmiddel. Ze probeert uit te leggen dat haar zwangerschap geen toeval is. Dat het kindje in haar buik er een van Goddelijke makelij is. Dat hij de Redder van de wereld is. Maar het mag niet baten, niemand gelooft haar. Jij?  

Lucas 1 

TEKST JACQUELINE MULCKHUIJSE