Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Seizoenen in de Bijbel

26 september 2017 · Leestijd 2 min

De bladeren vallen van de bomen, er kruipen meer spinnen door het huis dan ooit en de korte broeken kunnen weer in de kast. Dat kan maar een ding betekenen: de herfst is begonnen! Voor sommigen is dat een feest (want kerst staat voor de deur), voor anderen een regelrechte ramp (want de zomer is voorbij). Maar wat heeft de bijbel te zeggen over seizoenen?

De meeste verhalen in de Bijbel spelen zich af in het Midden-Oosten, waar een droog klimaat heerst (Bwh in het klimaatsysteem van Köppen. Mevrouw Goudberg van aardrijkskunde kan trots op mij zijn). De herfst zoals wij die kennen, kennen ze daar niet echt. In de Bijbel kennen ze al helemaal niet de vier seizoenen. Winter in de tijd van de Bijbel was nat en koud (aka een Nederlandse zomer). Huizen konden nog niet verwarmd worden en wegen waren niet begaanbaar. In 2 Timotheüs 4:21 raadt Paulus Timotheüs aan om niet tijdens de winter te reizen: ‘Probeer voor de winter bij me te komen!’ Alleen iemand die dom of lui is zou er niet voor zorgen dat alle oogst binnen is voor de winter (Spreuken 20:4). De zomer was warm en zonder regen (een zomer waar wij in Nederland altijd op hopen). De bladeren komen weer aan de takken, zoals Jezus dat zegt in Marcus 13:38: ‘Elk jaar zie je nieuwe bladeren aan zijn takken komen. Dan weet je dat het snel zomer wordt.’  Of je nu heel blij wordt van de herfst op juist heel verdrietig, aan de herfst kom een einde. God beloofde ons na de zondevloed dat de seizoenen zich altijd zouden afwisselen: ‘Voortaan zal er altijd een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te maaien. Er zal altijd kou zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht. Nooit houdt dat op, zolang de de aarde bestaat. 

Geschreven door

Melissa

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡