Rupsje Nooitgenoeg: het boekje dat leerde wat 'hangry' betekent
BEAM stapt samen met jou de tijdmachine in om eens terug te kijken naar alle gekke, geniale, bijzondere, ontroerende en vooral MEMORABELE momenten uit onze christelijke kindertijd. Vandaag eten we ons door een legendarisch kinderboek heen, met een hangry diertje in de hoofdrol. Ken jij deze nog?
Wie is er niet mee groot geworden? Naast Jip & Janneke, Pluk van de Petteflet en Floddertje behoort dit boek tot de 茅chte klassiekers: Rupsje Nooitgenoeg. Het boekje verscheen al in 1969 en heeft sindsdien op veel nachtkastjes gelegen in binnen- en buitenland. De Amerikaan Eric Carle mag zichzelf auteur noemen en gaf het verhaal de titel The Very Hungry Caterpillar. Inmiddels is het in meer dan vijftig talen vertaald! Een populair boekje dus.
Hups zei de rups!
Maar waar ging het verhaal ook alweer over? De hoofdpersoon – een groen rupsje met een knalrode kop – kruipt op een zondagochtend uit zijn eitje. Hongerig komt hij de wereld in, extreem hongerig. Gelukkig komt hij op maandag een appel tegen, waar hij zich dwars doorheen eet. Twee peren op dinsdag, drie pruimen op woensdag, vier aardbeien op donderdag… Ga zo maar door. Elke dag kruisen nieuwe lekkernijen zijn pad. Allen voorzien van een klein gaatje, waar de rups doorheen is gekropen. Het verhaal vertelt hoe het beestje een grote, dikke rups wordt, een cocon maakt en ontpopt tot “een wonderschone vlinder”.
Educatief en verantwoord is het schattige en kleurrijke boekje zeker! Jonge lezertjes leren een boel door de overdosis aan herhaling: tellen, de dagen van de week, verschillende soorten voedsel en natuurlijk de natuur. En de belangrijkste boodschap: lekker blijven eten. Daar word je groot en sterk van!
