Ouder worden, zegen of vloek?
“Ouderdom is de levensfase die begint bij 65 jaar en loopt tot aan de dood.” Als je het zo zegt klinkt het nogal bot en niet bepaald hoopgevend, maar wat zijn eigenlijk de mooie kanten en de minder mooie kanten van het ouder worden? Hoe is het om bij de leeftijd van je opa of oma in de buurt te komen?
Aftakeling en ziektes
Dit is hét punt waar iedereen bang voor is. Als je oud bent, takel je af. Net zolang tot er niets meer over is dan een ineen gekreukeld opaatje of omaatje dat alleen nog maar pap kan eten en geen boe of bah meer zegt. Maar waar hebben opa’s en oma’s dan last van?
Let op, dan volgt hier het deprimerende lijstje van de ouderdom:
- Opa’s en oma’s hebben meer kans op (dus niet standaard) botbreuken, Alzheimer, Parkinson, kanker en hart- en vaatziekten.
- Opa’s en oma’s zijn minder sterk en lenig. Ze zien en horen ook steeds minder.
- Opa’s en oma’s worden langzaam dikker
- Opa’s en oma’s hebben grijs haar
- Opa’s en oma’s hebben rimpels (alhoewel lang niet iedereen dat vervelend vindt)
Dat klinkt ernstig, maar er is een grote factor waar opa’s en oma’s zelf invloed op hebben, hun leefwijze. Er is dus een deel waar je niet zoveel aan kan doen, maar ook een deel dat heel goed is te voorkomen of te verzachten. Als je gezond leeft en genoeg beweegt is de kans dat je ziek wordt veel kleiner! En er zijn steeds meer mensen die gezond blijven tot op hoge leeftijd!
De mooie kant
Als eerste heb je als oudje natuurlijk veel meer levenservaring. Je bent emotioneel stabieler, wijzer en veel beter in de dingen die je ooit hebt geleerd.
Ten tweede, opa’s en oma’s zijn minder onzeker. Ouderen zijn vaak gelukkiger omdat ze emotioneel gezien steviger in hun schoenen staan. Ze worden minder snel boos, minder snel angstig en minder snel uit evenwicht gebracht. De onzekerheid uit je puberteit en het gevoel dat je dingen moet doen om erbij te horen, liggen voorgoed in het verleden.
Als derde, je bent nooit te oud om te leren. Als gepensioneerde bejaarde heb je alle tijd van de wereld en daarom dus honderdduizend kansen om nieuwe talen te leren, cursussen te volgen of weer te gaan studeren.
Als laatste, God maakt geen onderscheid tussen oud en jong. Hij ziet jongeren op dezelfde manier als hun opa’s en oma’s. Zijn gebod om lief te hebben kun je op elke leeftijd uitvoeren en misschien weet je als opa of oma zelfs wel beter hoe je dat moet doen!
Wat vind jij? Lijkt het je wat om een opaatje of omaatje te worden?
