Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Merveille ging mee met de soepfiets: 'Dit is precies wat Jezus ons leert'

Dit is een verhaal uit het BEAM Magazine

3 januari 2024 · Leestijd 7 min

Het is niet vanzelfsprekend dat we allemaal onderdak en eten hebben tijdens de koude winterdagen. De een is nog helemaal in de kerstsferen, terwijl de ander terugkijkt op een minder leuk jaar. Daarom is omzien naar elkaar in deze periode van het jaar extra belangrijk. Het Leger des Heils doet dat in verschillende steden met de soepfiets, en vandaag mag ik, Merveille, zelf een keer mee.

De afgelopen week heb ik me goed voorbereid, en vandaag is eindelijk de dag aangebroken dat ik met de soepfiets meega. Ik vind het geweldig dat het Leger des Heils dit doet. Drie keer per week fietsen ze door de stad op zoek naar daklozen, om hen te voorzien van een lekker bakje soep. Aangekomen op Utrecht Centraal voel ik de spanning in mijn buik groeien. Ik ben een grote liefhebber van true crime podcasts en documentaires, en die hebben mij een beeld gegeven van het leven op straat. Het leven dat ik nu van dichtbij ga zien en waar ik middenin zal staan.

Mega woonkamer

“Over zestig meter, bestemming bereikt”, zegt de stem van Google Maps in mijn oortje, als ik op de ov-fiets zit. Ik zie een lange jongen in een deuropening staan. “Je moet hier zijn!” roept hij, zodra ik langs het gebouw fiets. Ik draai me om en loop met de fiets aan de hand richting het hek van het gebouw. “Hoi! Ik ben Siem. Jij gaat vanavond met de soepfiets mee, toch?” Enthousiast knik ik.

Het grote gebouw in het midden van de stad is indrukwekkend. De benedenverdieping lijkt op een reusachtige woonkamer met een aantal computers, banken en stoelen. Siem vertelt dat hij 24 jaar is, studeert, en al 3 jaar meegaat met de soepfiets. Hij legt ook uit dat hier overdag veel mensen samenkomen en hun dagen doorbrengen. Voordat ik ga zitten, hoor ik zachtjes Opwekkingsliederen spelen op de achtergrond.

Bang om te huilen

Een half uur voordat we vertrekken – het is half acht ’s avonds – krijg ik klamme handen door de zenuwen. Siem legt uit hoe de avond eruit zal zien en geeft de nodige instructies. Plotseling zeg ik hardop: “Ik ben bang dat het mij erg zal raken. Straks moet ik huilen!” Hij glimlacht. “Zie het maar alsof je bij hen op bezoek gaat en gewoon komt om te kletsen.” Als hij na de uitleg afsluit met een gebed, merk ik pas hoeveel dit werk voor Siem betekent: hij doet het echt om te kunnen omzien naar de mensen die door velen in onze samenleving als minderwaardig worden beschouwd. Met een verwarmd hart stap ik op mijn fiets, terwijl Siem op de soepfiets vertrekt, met daarin acht liter champignonsoep, koffie, thee, waterflesjes, gekookte eieren en broodjes.

De eerste stop

Siem legt onderweg uit dat we door het hele centrum fietsen en langs de bekende plekken gaan, waarvan hij weet dat er veel daklozen komen. De eerste stop lijkt verlaten als we aankomen. “Normaal zitten hier veel mannen uit Oost-Europa, maar vandaag lijken ze er niet te zijn”, zegt hij. Het is tien voor half negen en het begint al donker te worden. Maar als hij het hoekje om gaat, zitten er twee mannen op een bankje met elkaar te praten. “Hé mannen, goedenavond!” Wanneer ik met de soepfiets die kant op loop, vragen de twee gelijk naar wat wij allemaal hebben. “Van alles, meneer, maar zullen we beginnen met een kop soep?” vraag ik. Ik schenk de soep in en deel koffie uit. “Heerlijk warm”, zegt een van de mannen, terwijl hij de koffie opdrinkt.  

SoepfietsMerveille-10

Grote plastic zak

Het is donderdagavond en dus druk in de stad. Studenten gaan uit en vieren dat het bijna weekend is. Wanneer wij weer op de fiets stappen en ons door de drukte heen bewegen, zie ik Siem oplettend om zich heen kijken. “Naast de standaard plekken kunnen overal dak- en thuislozen rondlopen. Ik herken ze vaak doordat ze met een grote plastic zak of vuilniszakken lopen. Als we iemand zien, stoppen we voor diegene.”

SoepfietsMerveille-08

23 jaar op straat

Bij de tweede geplande stop ontmoet ik Rik, hij is inmiddels een vriend van Siem. “Goedenavond Rik!” Siem omhelst hem. “Lang geleden, hè? Ik heb iemand voor je meegenomen, die jou wil leren kennen.”

Wanneer ik Rik een flesje water aanbied, begint hij gelijk te vertellen over hoe hij op straat terecht is gekomen. “Ik woon al 23 jaar op straat. Voordat ik hier belandde, heb ik altijd in een portiekflat gewoond en gewerkt. De woningen begonnen te verpauperen, maar de gemeente wilde ze niet opknappen omdat ze al plannen had om de flats af te breken. In de tussentijd was het niet meer leefbaar. Instanties stuurden me van het kastje naar de muur. Na veel proberen, ben ik uiteindelijk op straat beland. Mijn vertrouwen in het systeem is beschadigd. Mede doordat er een eenzijdig beeld heerst over daklozen. Veel mensen denken dat we altijd dronken zijn en veel drugs gebruiken, terwijl dat niet voor iedereen geldt. Ik gebruik niets, hoewel het leven op straat het zwaar maakt om die verleiding te weerstaan. Hierdoor kan ik me best eenzaam voelen, omdat ik me afzonder van de rest.”

Siem glundert van trots: “Rik is wel echt een voorbeeld, hoor. Hij onderhoudt zichzelf goed voor zover hij dat kan.”

De realiteit

Onderweg naar de laatste stop denk ik aan het gesprek met Rik. Ik mag vaker inzien hoe gezegend ik ben. Alles wat ik heb, is écht niet vanzelfsprekend. Op het moment dat we weer even een korte stop maken omdat Siem mensen herkent, voelt het allemaal zó gek. Als ik even om me heen kijk, zie ik sommigen genieten van hun avond, terwijl anderen worstelen met verslavingen en niet weten waar ze zullen slapen. Het is een aparte wereld in een wereld, en die realiteit komt binnen.

Een berg suiker

Wanneer we op de laatste locatie aankomen, valt het me op dat Siem iedereen bij naam kent. Een grote groep mannen en een vrouw staan bij de ingang van een park. Glimlachend kijk ik de enige vrouw in de groep aan; ze lijkt niet veel ouder dan 25 jaar. De mannen lopen rustig op de soepfiets af en vragen wat we allemaal hebben. Bij iedere warme drank moet ik er een berg suiker in doen, omdat velen door drugsgebruik weinig proeven. Terwijl ik bezig ben met inschenken, hoor ik een van de mannen tegen Siem zeggen dat hij binnenkort de sleutel krijgt van zijn nieuwe huis. Hij glimlacht van oor tot oor. Ondertussen zie ik aan de andere kant een man cocaïne inhaleren. “Het contrast is groot, maar wel de werkelijkheid van het leven op straat”, vertelt Siem later.

Niets is vanzelfsprekend

Ondanks dat de soeptank nog niet leeg is, keren we om half elf terug naar het Leger des Heils-gebouw. “Voor velen zijn deze mensen alleen maar daklozen en hebben ze geen waarde. Maar voor mij zijn het mijn vrienden.” Die afsluitende woorden van Siem blijven mij de rest van de avond bij. Ik zal Utrecht na deze avond nooit meer hetzelfde zien. Ik heb zulke mooie mensen ontmoet, met wie ik leuke gesprekken heb gehad. Toen ik merkte hoe fijn zij het vonden dat we langskwamen en een praatje maakten, zag ik alles van een heel andere kant. Deze ervaring heeft me doen beseffen dat niets vanzelfsprekend is, maar voornamelijk dat we vaker mogen omkijken naar anderen, of in dit geval naar mensen die op straat leven. Want dat is precies wat Jezus ons leert, toch? In verschillende Bijbelverhalen zien we dat Hij júíst met deze mensen sprak, at en omging. Ze waren kostbaar voor Hem. Dat is precies waar ik deze avond van mocht proeven, en ik kan je verklappen dat het naar meer smaakt.

Wegens privacyredenen zijn sommige namen in het artikel gefingeerd.

BEAM Magazine

BEAM Magazine

Het BEAM Magazine staat vol inspirerende verhalen van jongeren, artikelen over geloof, interviews met artiesten, uitdagende columns en interessante artikelen. Benieuwd? Je kunt het magazine gratis aanvragen!

Bestel een gratis proefnummer
Daniëlle ging een week koud douchen: 'Waarom doe ik dit?!'

Lees ook over:

Daniëlle ging een week koud douchen: 'Waarom doe ik dit?!'

Geschreven door

Merveille

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡