"Ik stak mijn vriendje neer"
“Op een dag gebeurde er iets verschrikkelijks. Ik was ik in Amsterdam, nadat ik een raar bericht op mijn vriendjes Twitteraccount had gelezen. Ik heb de hele nacht gewacht, dronk wijn, en nam de eerste trein naar Amsterdam. Uiteindelijk stond ik dronken voor zijn deur, maar ik mocht niet naar binnen. Op dat moment draaide ik helemaal door. Ik wist dat er een ander meisje bij hem binnen was. Ik droeg altijd een mes bij me, want zijn ex stalkte hem en wachtte ons geregeld op in het trappenhuis. Op het moment dat hij de deur opende, duwde ik hem naar binnen en stak ik hem neer. Gelukkig was het niet ernstig, maar toen ik een paar uur later in de cel zat – was ik heel verdrietig, ik besefte wat ik had gedaan. Hoe was het mogelijk dat ik, een meisje uit Montvoort, dit had gedaan?”
Lydia (23), donkere krullen in een knotje omhoog, sierlijke tatoeage in haar nek, vertelt haar getuigenis in haar zwart-wit-getegelde keukentje in Utrecht. Ondertussen kookt ze een West-Afrikaanse stoofmaaltijd voor me.
“Ik was het enige donkere meisje op mijn gereformeerde basisschool en ik werd gepest. Iedere dag zei ik: ‘Mam ik kan dit niet langer. Het pesten is te erg.’ Uiteindelijk mocht ik in groep vijf naar een andere school.
Mijn moeder is gewoon Nederlands. Uit haar eerste huwelijk had ze twee kinderen, mijn oudere broer en zus zijn dus wel blank. Mijn vader, - een asielzoeker uit Sierra Leona, leerde ze kennen toen ze in het AZC in Alkmaar werkte. Ze werden verliefd, kregen mij, maar scheidden toen ik vier was.”
Clowntje uithangen
“Als kind hield ik echt van Jezus. Ik vond het fantastisch om tekeningen over Hem te maken. In die tijd ging mijn moeder nog naar de kerk. Mijn vader was heel onstabiel. Onze relatie ook. Ik was door het vele pesten mijn identiteit volledig kwijt. Over mijn gevoelens praten kon ik niet. Op mijn nieuwe school ging ik het clowntje uithangen. Ik wilde mezelf bewijzen, dus ik maakte ik iedereen aan het lachen. Soms stal ik kleine dingen, ik was baldadig, vertoonde extreem bewijsgedrag, want ik wilde een stoer meisje zijn. Als ik nu terug kijk, denk ik wat was ik een verschrikkelijk kind.
Op de middelbare school lette ik nooit op, was ik een onwijze giechelkont en maakte ik mezelf zwart door mijn belachelijke gedrag. Toch haalde ik mijn diploma voor kader netjes in vier jaar. In de vierde klas kreeg ik verkeerde vriendjes uit Amsterdam en Rotterdam, zo kwam ik in aanraking met drugs en alcohol.”
Kaalgeschoren hoofd
“‘Wat heb je met je haar gedaan?’, vroeg een Surinaamse jongen toen ik op een dag in de Mac op Utrecht Centraal zat. De helft van mijn haar had ik afgeschoren. Even later vroeg hij om mijn nummer. Hij was de Mac nog niet uit, of hij belde me: ‘ik mis je nu al’. Je raadt het al, hij werd mijn vriendje. Ik was 16, hij 26. Ik vond dat wel stoer, zo’n rapper uit Amsterdam.
Ik deed zijn boodschappen, maakte zijn huis schoon, wilde voor hem zorgen. Ik verlangde zo naar liefde, omdat ik geen contact meer had met mijn beide ouders en op mijn nieuwe school geen vrienden had! Ik voelde me slecht, depressief, gebruikte wiet en alcohol. Ontzettend verliefd was ik, tegelijkertijd werd ik totaal afhankelijk van hem, terwijl ik wist dat hij keihard vreemd ging. De verliefdheid maakte me blind.”
Jeugdgevangenis
“Nadat ik hem had neergestoken, kwam ik in een jeugdgevangenis terecht. Daar heb ik God ontmoet. Er was een pastor die me aanmoedigde om de bijbel te gaan lezen. Ik begon met Spreuken. Dat was heel bemoedigend. Ik heb het uitgeschreeuwd naar God. Hij was zo lang weggeweest in mijn leven! Stukje bij beetje bracht Hij verlichting. Ik kreeg gesprekken met een therapeut, deed persoonlijkheidstesten. Mijn reis met God was begonnen.
In de jeugdgevangenis begon ik weer als een kleuter van voor af aan. Ik leerde om to-do-lijstjes te maken en regels als eerst je bed op te maken voordat je je kamer verlaat. Als ik niet luisterde moest ik voor straf een tekening maken, dat was heel vernederend.“
Onvoorwaardelijke liefde
Na vijf maanden werd ik vrijgelaten. Ik ging wonen in een psychiatrisch ziekenhuis voor jeugdigen. Wonder boven wonder mocht ik stage lopen bij de gehandicaptenzorg op hetzelfde terrein. Vanuit justitie kreeg ik daar bij 'toeval' een christelijke reclasseringswerker toegewezen. Hij vroeg me waarom ik niet naar de kerk ging: Hij zocht verschillende opties kerken voor me op. Zo kwam ik terecht bij de Best Life Church in Utrecht. Ik kwam te laat zoals gewoonlijk, maar werd geraakt en moest ontzettend huilen. Ik schok van zoveel onverwachte liefde.
Vijf maanden duurde het voordat ik terug durfde. Ik was bang voor de aanraking van God en die liefde. Gods liefde voor mijzelf vond ik te moeilijk te aanvaarden. Ik ging af en toe en dan nam ik mensen mee, soms zelfs rechtstreeks na het uitgaan. Me volledig geven aan Jezus duurde best een tijdje.”
Relatie uit vriendschap
“Stefano leer ik op straat kennen, toen ik net naar de kerk ging. Ik heb hem na het uitgaan meegenomen naar de kerk. We zijn heel lang vrienden geweest, voordat we vorig jaar een relatie kregen. Dit was de eerste relatie die uit vriendschap geboren werd en niet voortkwam uit begeerte.
Soms kan ik het nog steeds niet geloven. Hij is zo lief en oprecht. Stefano doet echt zijn best voor me en ik word geliefd om wie ik ben. Ik durf ook eerlijk te zijn en te praten over mijn gevoelens.
Sinds ik ben gaan bidden voor mijn vader, is het herstel van onze relatie begonnen. Mijn vader is heel erg moeilijk met mannen, maar over Stefano spreekt hij als ‘mijn zoon’. Hij knuffelt hem zelfs.
Mijn vader is een fireball voor God, dat is anders geweest. De laatste tijd is God zoveel dingen aan het doen in zijn leven. Als je bidt voor de mensen om je heen, kan God zoveel wonderen doen. Ik wil graag mijn getuigenis aan de wereld vertellen. Jezus verandert je leven en neemt alle pijn weg, wat voor een verleden je ook hebt!”
Wil je meer lezen over de West-Afrikaanse recepten van Lydia’s vader? Lees het verhaal ‘Liefde is een volle tafel’ in het nieuwste magazine dat morgenochtend op de deurmat valt. Of bestel hier een proefexemplaar!
Tekst: Arachne Molema