Jelle studeert Pabo op de CHE: “Van de negen jongens was ik na het eerste jaar als enige over’’
Een meisje op een bouwkunde opleiding of een jongen die graag kapper wil worden; in 2020 kan en mag dat gewoon, maar toch lijkt studiekeuze in Nederland nog best traditioneel te gaan. Oud-stagiair Anouk gaat uitzoeken waar studiekeuze door wordt gevormd. Van begin tot eind, van kleuter tot student. Vandaag deel 1: Jelle (20) koos – als jongen – voor de Pabo.
Jelle zit momenteel in het derde jaar van zijn opleiding. Zijn studieloopbaan begon niet bij de Pabo. ‘’Ik heb, voordat ik aan de Pabo begon, nog een half jaar Bouwkunde gestudeerd. Dat zijn wel twee hele andere werelden. Ik wilde altijd architect worden, maar dat beviel me uiteindelijk totaal niet. In mijn tussenjaar, nadat ik was gestopt met Bouwkunde, hoorde ik van meerdere mensen dat ik eens moest gaan kijken naar de Pabo-opleiding. Ik vond werken met kinderen altijd wel leuk, maar ik had daar nooit iets achter gezocht. Verder vond ik niks interessant, dus ik ben alle open dagen van de Pabo gaan bezoeken en zo ben ik er uiteindelijk in gerold.’’
Er werd veel van me gevraagd en ik kon mijn plek moeilijk vinden
Dat rollen ging alleen niet heel soepel, vertelt Jelle. ‘’Ik moest echt even mijn plekje vinden. Als je eerst een tussenjaar hebt gehad en dan weer naar school gaat, is het sowieso lastiger om weer in dat ritme te komen. Daarbij begon ik aan de opleiding met twee andere Spakenburgers en kwamen we in dezelfde klas terecht, dus dat was ontzettend fijn. Helaas stopten zij allebei al heel snel met de opleiding en ook de andere jongens uit mijn klas, waar ik net mee bevriend was geraakt, besloten te stoppen. Van de negen jongens was ik ineens als enige over. Mijn stage liep ook nog eens niet lekker, dus dat kwam er ook nog bij. Er werd heel veel van me gevraagd en ik kon mijn plek heel moeilijk vinden.’’
Verhouding vrouw/man op Pabo
Volgens de studiekeuzegids Hbo is de verhouding op de Pabo 27 procent jongens en 73 procent meisjes. Deze cijfers proberen meerdere hogescholen gelijk te krijgen, waaronder de Christelijke Hogeschool Ede. Zo organiseren ze activiteiten voor de mannen op de opleiding, een initiatief dat is ontstaan vanuit een aantal docenten.
Gelukkig wist hij zijn draai te vinden en zit hij momenteel in het derde jaar van de opleiding. ´´In de lessen is het fijn om te horen dat je gezien wordt als meester en dat ze blij met je zijn als jongen op de opleiding, omdat je met zo weinig bent. Ook op mijn stage zijn er bijna alleen maar juffen en dan is het weleens zoeken naar mensen zoals jij, die jou begrijpen. Ik kan het heel goed vinden met alle dames en ik heb vaak genoeg met ze op een terrasje gezeten na de les, maar ik merk wel dat ik er af en toe behoefte aan heb om met een van de jongens af te spreken. In mijn eerste jaar miste ik dat wel, nadat al die jongens waren gestopt.´´
Ik ben er dankbaar voor dat ik dit van God mag doen
De behoefte om met de jongens van de opleiding af te spreken was niet alleen aanwezig bij Jelle, maar ook bij de opleiding zelf. ‘’Een aantal docenten heeft een groep opgericht voor de jongens van de opleiding. Dan gaan we maandelijks een leuke activiteit doen met zijn allen, zoals pizza eten of een film kijken. Als je aan een opleiding begint waar je in de minderheid bent, is zo´n initiatief heel fijn. Tijdens mijn intro vertelden de initiatiefnemers dat de verhouding tussen de jongens en de meiden ongeveer 30 op 70 procent was, maar als ik kijk naar alle jongens die zijn gestopt in mijn jaar is dat verschil nu een stuk groter denk ik. Toch was dat echt een record, iets waar ze heel trots op waren. Het doel van de CHE is om uiteindelijk het aantal jongens en meiden op de opleiding gelijk te krijgen.’’
Waar, volgens Jelle, nog wel een valkuil ligt is bij de open dagen. ‘’Op de open dagen werd, tijdens mijn studiezoektocht, nog niet heel duidelijk uitgelegd welke vakken en opdrachten we zouden krijgen op de Pabo. Dus dan krijg je ineens opdrachten waar je moet zingen en bij de kleuters moet lopen. Dat vond ik persoonlijk wel meevallen, al heb ik mijn punten voor zingen nog steeds niet gehaald, maar dat is waar veel zijn afgehaakt.
Dus eigenlijk moeten ze op open dagen een mannelijke docent of student laten vertellen dat je inderdaad moet zingen en knutselen, maar kijk wat voor toffe dingen je daarvoor terugkrijgt. Bijvoorbeeld hoe blij ze zijn met jou op basisscholen en hoe geweldig het is om met die kinderen te sparren over van alles. Ik denk dat je heel eerlijk daarover moet zijn, zodat jongens juist daardoor gaan zien hoe mooi het vak eigenlijk is. Ik vind dit een ontzettend mooi vak en ik ben er dankbaar voor dat ik dit van God mag doen.’’
Deel 2: Lisa werd depressief door haar studiekeuze: "Mijn moeder zei dat ik moest gaan bidden"
Geschreven door
Anouk Timmer