Liefde en wetenschap: Hoe zit het in elkaar?
Soms lijkt het alsof er een hele vlindertuin in je buik rondfladdert als je verliefd bent. Hoe komt het dat jouw lichaam zo goed weet dat je verliefd bent? Het begint allemaal in de hersenen!
Liefde = scheikunde
Jaarlijks worden er veel onderzoeken uitgevoerd, maar de wetenschap kan liefde nog steeds niet helemaal verklaren. We weten wel dat er een aantal dingen in je hersenen gebeuren! Liefdeswetenschapper Helen Fisher zegt in haar boek Why We Love dat liefde pure scheikunde is. Als je verliefd wordt komen er namelijk allemaal stofjes vrij in je hersenen, denk aan: testosteron, oestrogeen, adrenaline, dopamine en serotonine. Die zorgen voor een chemische kettingreactie en roepen het gevoel van liefde op.
Een heuse liefdesexplosie
Verliefdheid begint met testosteron en oestrogeen. Jongens en meiden hebben beide hormonen, maar de jongens hebben meer testosteron en meiden meer oestrogeen. Door adrenaline voel je je ‘high’. Daarbij komt de versnelde ademhaling en hartslag en zwetende handjes. Dopamine is een hormoon dat het plezier stimuleert, het zorgt voor een heerlijk gevoel. Serotonine zorgt voor het gevoel van liefde. Het is een neurotransmitter dat invloed heeft op onder andere je eetlust en stemming. Gooi al deze stofjes bij elkaar en er volgt dus een heuse liefdesexplosie in je hersenen. Dit jaagt alle vlindertjes naar je buik!
Het lichaam wordt na een aantal maanden of jaren moe door deze actieve hormonen, neurotransmitters en rondfladderende vlindertjes. Ze plant dan vlinderstruiken waar de vlinders zich vestigen. Daardoor verzacht de verliefdheid. Het verdwijnt niet, maar het gaat over in ‘houden van’. Er komen rustigere hormonen en neurotransmitters voor in de plaats.
Leuk he, vlinders, liefde en gekke stofjes? Wat heeft God het allemaal vet bedacht!
Geschreven door
Silke