"Ik werd doodziek van een ongare hamburger"
Tijdens elke barbecue wordt gezegd dat je moet controleren of het vlees gaar is, anders kan je ziek worden. Bij Danique (16) ging het op 3-jarige leeftijd mis. Ze kreeg door een ongare hamburger een bacterie binnen die haar nieren kapot maakte. “Er was een kans dat ik het niet zou overleven. Mijn ouders vroegen iedereen die ze kenden voor me te bidden. En kijk, ik ben er nog!”
“Ik weet van de barbecue niet veel meer, omdat ik jong was. Wel kan ik nog momenten in het ziekenhuis herinneren. Doordat de bacterie in mijn bloed was gekomen, was er groot risico dat mijn bloed zou gaan stollen, vooral in mijn nieren. Deze aandoening wordt het hemolytisch-uremisch syndroom (HUS) genoemd. Mijn nieren hadden hulp nodig, dus lag ik als peuter aan een dialyseapparaat die mijn nieren schoonspoelde. Vooral de gigantische pleister op mijn buik zie ik nog goed voor me, hij moest elke dag vervangen worden. Twee dokters hielden mijn armen en benen vast, terwijl een derde de pleister eraf trok: echt verschrikkelijk.”
“De dokters waren verbaasd over mijn voorspoedige herstel. Ze vertelden mijn ouders: ‘Het is een wonder en we kunnen het niet verklaren, maar uw dochter gaat er weer bovenop komen!’ Mijn ouders konden het wel verklaren, ze hadden onze kerk, vrienden en familie gevraagd te bidden. Bemoedigende kaartjes bleven maar binnenstromen. Eind goed, al goed zo leek het.”
“Op de basisschool bleken er toch problemen te zijn: als iemand een pen van me leende halverwege een dictee, kon ik me de hele tweede helft niet meer concentreren. Ik werd overal door afgeleid en leren ging me dan ook niet goed af. Ook had ik het idee dat ik niet begrepen werd door klasgenoten, ik viel buiten de groep en zat alleen in de pauzes. In groep vijf (die ik twee keer heb gedaan) ben ik naar een basisschool voor langdurig zieke kinderen gegaan, hier kon ik meer mezelf zijn en ging het veel beter omdat ik niet meer de uitzondering was.”
Ik raak nog altijd in paniek als ik een pleister zie
“Toch was ik er niet helemaal vanaf. Door de traumatische ervaringen in het ziekenhuis reageer ik bijvoorbeeld heel extreem op aanraking. Iemand een hand geven gaat oké, maar als iemand bijvoorbeeld een hand op mijn schouder legt, schrik ik ontzettend. Ook raak ik tot op de dag van vandaag in paniek als ik pleisters zie. Ik besloot in therapie te gaan. Hier heb ik veel gepraat en de hele vroege herinneringen van het ziekenhuis kunnen verwerken. Dit heeft me ontzettend geholpen. Tegelijkertijd vond ik het lastig, ik schaamde me en wilde mijn klasgenoten op de middelbare school niet vertellen waar ik elke dinsdagmiddag heen ging. Ik wilde niet zielig gevonden worden of iemand zijn waar iedereen over roddelt. Uiteindelijk heb ik het wel met wat mensen gedeeld en die reageerden allemaal goed.”
“Op dit moment ben ik met mijn 16 jaar de oudste in mijn vmbo 3 klas. Mensen vragen soms aan me hoe dit kan. Mijn geloof in God en de therapie die ik heb gehad, helpen me om beter met mijn schaamte om te gaan. Ik durf intussen te vertellen dat ik groep 5 nog een keer heb gedaan en speciaal onderwijs heb gevolgd. Ik wil me niet schamen voor mijn verhaal, maar het een getuigenis laten zijn. Mijn nieren werken nu voor zo’n 90% en ik moet elk half jaar voor controle naar het ziekenhuis. Maar ik leef nog. Ik vertel tegenwoordig graag dat God me van de dood heeft gered, zonder Hem was ik nu misschien al 13 jaar dood geweest.”
Heb jij ook een mooi, krachtig of ongelofelijk verhaal dat je met ons wilt delen? DOEN! Mail (beamredactie@eo.nl) of app (0683673700) ons.
Geschreven door
Wilke