Ga naar submenu Ga naar zoekveld

2 Tessalonicenzen: Jezus komt… nog niet!

15 juni 2019 · Leestijd 5 min

Bijbel lezen is kneitersmoeilijk én fantastisch mooi! Wij zetten samen met jou onze tanden in deze bibliotheek met verhalen, profetieën, brieven en poëzie. ARE.YOU.READY?! Vandaag kijken we naar 2 Tessalonicenzen, de brief waarin Paulus de gemeente van Tessalonica uitleg geeft over de terugkomst van Jezus.

Algemene informatie

Aantal bladzijden: 2
Aantal hoofdstukken: 3
Betekenis naam: Deze brief is het vervolg op Paulus’ eerste brief aan de gemeente in Tessalonica. 
Populairste gedeelte: “Maar de Heer is trouw, Hij zal u kracht geven en u tegen het kwaad beschermen.” (2 Tessalonicenzen 3:3)

Hoop

Deze brief heeft drie delen. Paulus opent met dankbaarheid en hoop: hij dankt God dat de gemeente, ondanks de vervolging die zij om haar geloof moet doorstaan, blijft groeien in geloof en liefde (2 Tessalonicenzen 1:3-4). Hij belooft de gemeente ook dat deze onderdrukking niet voor altijd zal duren. God zal de onderdrukkers straffen en Jezus zal de gemeente komen bevrijden (2 Tessalonicenzen 1:6-8). 

Het hoofdstuk eindigt met een gebed dat God de Tessalonicenzen bij zal staan en hen de wil zal geven om het goede te doen. Dan zullen de Tessalonicenzen God prijzen en zal God andersom ook de Tessalonicenzen prijzen (2 Tessalonicenzen 1:11-12).

De terugkomst van Jezus

Dan volgt de hoofdreden dat Paulus deze brief schrijft. Paulus heeft namelijk gehoord dat er mensen zijn die in Tessalonica verkondigen dat Jezus’ terugkomst erg dichtbij is, of zelfs dat Jezus al teruggekomen is maar dat de Tessalonicenzen daar niets van gemerkt hebben, omdat Jezus hen verlaten heeft. Paulus stelt de Tessalonicenzen gerust door meer uit te leggen over de terugkomst van Jezus (2 Tessalonicenzen 2:2).  

In zijn brief maakt Paulus duidelijk dat er voordat Jezus terugkomt nog een aantal dingen gaan gebeuren. Zo zullen veel mensen hun rug naar het geloof keren en zal er een ‘wetteloze mens’ verschijnen. Die mens is volgens Paulus iemand die alles wat van God is zal bestrijden en zichzelf als een god zal laten vereren (2 Tessalonicenzen 2:3-4). Deze mens is niet de duivel, maar is wel een onderdeel van zijn werk en zal met valse tekenen en wonderen veel mensen verleiden (2 Tessalonicenzen 2:9-10). Paulus zegt ook dat deze mens der wetteloosheid op zijn eigen tijd zal komen, en dat dit op het moment van schrijven nog niet mogelijk is omdat er iemand is die hem tegenhoudt (2 Tessalonicenzen 2:6-7). Ook noemt Paulus dat deze wetteloze mens natuurlijk overwonnen zal worden door Jezus (2 Tessalonicenzen 2:8).

Wie is de wetteloze mens?

Een ingewikkeld stuk dus! Over wie de wetteloze mens is en wie hem precies tegenhoudt zijn verschillende ideeën. Sommige mensen geloven dat de wetteloze mens nog moet komen, anderen geloven dat hij al geweest is. 

Paulus zou kunnen impliceren dat de gemeente van Tessalonica de komst van de wetteloze mens zelf mee zou maken. In dat geval slaat de tekst wellicht op de kwaadaardige leiders Eleazar ben Simon en Johannes Levi, die diverse hogepriesters vermoordden en zo de macht over Jeruzalem in handen kregen. Van het heiligdom maakten ze een plaats van geweld en onderdrukking. Eleazar nam hierbij letterlijk intrek in de tempel en liet zich ook vereren als een God.

Een recenter voorbeeld van een mogelijke wetteloze mens dat veel genoemd wordt is Adolf Hitler. Ook hij was iemand die veel mensen verleidde en uiteindelijk ontzettend veel kwaad gedaan heeft, zeker richting het Joodse volk. In 1 Johannes 2:18-19 wordt naar de wetteloze mens verwezen als ‘de antichrist’. In deze verzen wordt ook genoemd dat er niet één, maar meerdere antichristen (zullen) zijn.

Blijf werken

In het laatste hoofdstuk van 2 Tessalonicenzen draagt Paulus de gemeente op om hun werk niet te verwaarlozen. Als voorbeeld geeft hij het gedrag dat Paulus en zijn gezelschap zelf vertoonden toen ze bij de Tessalonicenzen waren. Zij hebben namelijk gewoon gewerkt en zo voor zichzelf gezorgd (2 Tessalonicenzen 3:7-8).

In 2 Tessalonicenzen 3:11 noemt Paulus dat hij gehoord heeft dat sommige Tessalonicenzen hun werk verwaarlozen. Dit kan slaan op het idee dat de Tessalonicenzen geloofden dat Jezus elk moment zou kunnen terugkomen en dat het daardoor niet uitmaakte of ze zouden werken of niet. Het kan ook slaan op de armere mensen die in die tijd klusjes deden voor de rijken, tegen betaling. De klusjes die de rijken ze uit lieten voeren kwamen alleen niet altijd overeen met Gods wil, wat je ook in de video onder dit artikel kunt zien. 

Paulus sluit af met de opdracht om de mensen die geen gehoor geven aan deze brief niet als vijanden te behandelen, maar om ze liefdevol terecht te wijzen (2 Tessalonicenzen 3:14-16). Tot slot wenst hij de gemeente de vrede van God toe.

De tweede brief aan de Tessalonicenzen geanimeerd!

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Klik hier om de Bible Guide over de eerste brief aan de Tessalonicenzen nog eens te lezen!

Geschreven door

Iris

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡