Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Liever een tollenaar dan farizeeër

26 juni 2016 · Leestijd 3 min

Tegenwoordig is alles een wedstrijd, zo voelt het in elk geval voor mij. Mijn opleiding haal ik niet zomaar. Die haal ik met cijfers waaraan gezien kan worden dat ik mij goed of slecht verhoud tot het gemiddelde van mijn medestudenten. We zijn als maatschappij nauwelijks meer in staat om van een prestatie te zeggen of deze goed, mooi of voldoende is, zonder deze af te meten aan andermans prestatie. Overal geven we cijfers aan, vergelijken en strijden we. Overal… ook in de kerk?

Het gemakkelijke antwoord op deze vraag is: ja, balen zeg! We zijn ons ervan bewust dat we preken van predikanten vergelijken, de muzikaliteit van de muzikanten op het podium of het succes van onze kerken. Tsja, zouden we dat wel moeten doen? Ik wil graag nog een stapje dichterbij ons hart komen: hoe beoordelen we ons eigen geloof in een maatschappij waarin we alleen kunnen beoordelen door onszelf af te zetten tegen anderen? In Lukas 18:9-14 vertelt Jezus ons een gelijkenis over een farizeeër en een tollenaar die in de tempel komen om te bidden. Het gebed van de farizeeër: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” De tollenaar, zich bewust van zijn schuld, bidt enkel: “God, wees mij zondaar genadig.” De conclusie: de tollenaar gaat naar huis als een gerechtvaardigde. Deze gelijkenis is vaak gelezen als een boodschap over goede werken: de farizeeër wilde zijn heil verdienen met vasten en giften, terwijl de tollenaar vertrouwde op Gods genade. Een andere manier om de tekst te lezen, is door in te zoomen op de rechtvaardiging van de farizeeër: hij kan zijn eigen gedrag, zijn geloofsleven, enkel rechtvaardigen door dat van een ander aan te vallen. Als ik naar mijzelf kijken, ben ik vaak de farizeeër. Dat kan in twee richtingen werken. Ik kan onzeker worden als ik gelovigen tegen kom die een sprankelend leven met God hebben, reuzegoed stille tijd houden en de Bijbel uit het hoofd geleerd hebben. Maar het kan mij juist ook een trots gevoel geven als ik de tollenaar in de ander aan kan wijzen: ha, stille tijd lukte jou deze week niet, maar mij lekker wel! Het zou tof zijn als we als de tollenaar kunnen zeggen: in Gods ogen ben ik geaccepteerd, niet omdat een ander minder geaccepteerd is dan ik, maar omdat God van mij houdt. Toen Paulus in Hebreeën 12 schreef over een wedstrijd, bedoelde hij niet dat we tegen elkaar moeten gaan racen, maar ieder voor onszelf zorg moeten dragen om de finishlijn te halen. Ik loop de wedloop die voor mij is, door een wolk van getuigen omgeven. Met mijn ogen alleen op Jezus gericht, in de wedloop van het leven. (Opwekking 564) Bijbeltijger Rob Bergsma (23) is bezig met een master Gemeentepredikant aan de PThU in Groningen. Daarnaast is hij erg actief binnen zijn studentenvereniging Navigators en is hij vaak als gitarist op kerkpodia te vinden.

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡