Julia (16) komt tot geloof in de gesloten psychiatrie: 'Op mijn dieptepunt ben ik gaan bidden'
Drie jaar geleden is Julia* (16 jaar) plotseling uit huis geplaatst. Het meisje dat niets met het geloof te maken wilde hebben, belandde in een christelijke crisisopvang. Dat veranderde haar leven: “Ik ben op het diepste punt van mijn leven op mijn knieën gegaan. Ik ben gaan bidden tot een God waarvan ik bijna zeker wist dat Hij niet bestond. ”
Hoe kom je in een christelijke crisisopvang?
“Doordat ik plotseling uit huis was geplaatst door een onveilige situatie, waar ik verder niet op in wil gaan, moest er snel gezocht worden naar een crisisopvang. Toevallig was er een plekje vrij op een christelijke crisisopvang waar ik kon verblijven. Dit was voor mij de eerste keer dat ik mensen ontmoette die christelijk zijn. Om eerlijk te zijn heb ik voor lange tijd het geloof best wel belachelijk gevonden. Ik zag het echt een beetje als indoctrinatie. Maar door hoe de begeleiders zich opstelden, werd mijn interesse steeds meer gewekt."
Crisisopvang
Een crisisopvang is bedoeld voor mensen die plotseling onderdak of een veilig adres nodig hebben. Het is een tijdelijke verblijfplaats, totdat er een betere woonomgeving wordt gevonden. Er bestaat ook christelijke crisisopvang waar de begeleiders christelijk zijn.
"Voordat ik uit huis was geplaatst, dacht ik dat het normaal was wat er thuis allemaal gebeurde. Toen ik op de groep kwam, merkte ik pas dat dat niet het geval was. En dat is iets moeilijks om te verwerken. Ik heb eigenlijk bijna mijn hele leven gevochten tegen depressie.
De eerste paar maanden in de woongroep, kwamen deze gedachten heel erg naar boven. Ik kwam op het punt dat ik niet meer in leven wilde zijn. Door een van mijn begeleiders ben ik in de gesloten psychiatrie geplaatst. Het is confronterend om met allemaal mensen te zitten die het leven niet meer zien zitten. Dit is geen goede omgeving, maar ik moest op een plek zijn waar ik mezelf niets kon aandoen.”
Hoe ben je tot geloof gekomen?
“In de gesloten psychiatrie, besefte ik mij dat ik zo niet meer verder kon leven. Ik moet een keuze maken: of ik maak er een eind aan, of ik ga door met mijn leven. Ik ben op mijn knieën gegaan en ik ben gaan bidden tot een God waarvan ik bijna zeker wist dat Hij niet bestond. Toen ik dat deed, voelde ik zo’n overweldigend gevoel van liefde. Ik voelde dat er wél een God was, dat Hij wél bestond!
Sinds ik bezig ben geweest met het geloof, heb ik altijd bij mezelf nagedacht dat ik me dan ook moet laten dopen. Ik had altijd van mezelf het beeld: ik ben nog niet christelijk genoeg, nog niet zeker genoeg over m’n geloof. Eigenlijk had ik tegen mezelf gezegd dat ik mij pas vanaf mijn achttiende mag laten dopen. Afgelopen december was ik zo goed bezig met het geloof en realiseerde ik mij dat God zo goed voor mij is en ik niet meer zonder kan. Dus waarom zou ik dan nog wachten als ik weet dat ik toch de rest van mijn leven samen met God wil spenderen?
Als je terug in de tijd kon, wat zou je dan veranderen?
“Als ik het verleden kon veranderen, had ik dat allang gedaan. Ik heb geen stabiele jeugd gehad, en deze wonden zullen ook altijd bij mij blijven. Toch ben ik ook dankbaar: ik geloof dat er een reden is dat ik naar een christelijke opvang moest verhuizen.
Er wordt tegen iedereen verteld in de jeugdzorg: ‘het komt wel goed’. Eerst geloofde ik daar niets van, maar nu weet ik dat dat echt zo is. Het wordt echt beter, vooral met de hulp van God. Als je kiest om Hem te volgen valt er zoveel last van je schouders af! Mijn droom is om jongeren te begeleiden die hetzelfde hebben meegemaakt als ik. Mijn begeleiders hebben zoveel voor mij betekend: het enige wat ik wil, is dat ik ook zoveel voor anderen kan gaan betekenen.
Inmiddels ben ik op weg naar zelfstandigheid in een andere woongroep. Daar heb ik een fijne groep van mensen om me heen. De mensen voelen echt als familie en ik kan met trots zeggen dat ik heel gelukkig ben. Dit was allemaal Gods bedoeling.”
*Julia is een fictieve naam. Haar echte naam is bekend bij de BEAM-redactie.
Lees ook over:
Evita (18) over de jeugdzorg: ‘De jongeren hebben veel meer liefde nodig’