Hoofstuk 2: ''Irene? Zo heet mijn vriendin ook!''
Speciaal voor op het strand, in je hangmat of op kantoor: het perfecte zomerliefdesverhaal. Of nou ja, die 'perfectie' hangt van jou af. Jij mag namelijk iedere week bepalen hoe het verhaal verdergaat. Het eerste deel van de serie gemist? Lees dat dan snel nog even, en reageer vervolgens hieronder of op Facebook hoe jij vindt dat het verhaal verder moet gaan. Het is aan jou!
Deel 1 van de serie gemist? Lees 'm hier terug.
''Ik weet het niet,’’ antwoordt ze lachend. ‘’Maar ik ga je Kees noemen. Is dat okees?’’ Fronsend kijk ik haar aan, dan moet ik lachen. ‘’Jij bent raar.’’ Quasi gekweld kijkt ze me aan. ‘’Sorry.’’ ''Nee, dat was een compliment.’’ Ik veeg mijn handen af aan m’n broek. Het lek in de fietsband is gedicht, Linde stapt op en zwaait nog even. Blauwe Ogen en ik blijven achter.
Voorzichtig vraag ik of ze ook een naam heeft. Irene, is het antwoord. ‘’Wat toevallig, zo heet mijn vriendin ook!’’ slaak ik uit. ‘’Of nou ja, mijn vriendin… Eigenlijk heb ik haar nog geen verkering gevraagd. Om eerlijk te zijn hebben we elkaar pas net ontmoet.’’
Onderweg naar huis kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Heb ik dat echt gezegd? Toch zit ik grijnzend op de fiets. Haar ogen! Zou ze aan mij denken, net zoals ik haar niet uit mijn hoofd kan krijgen? Vast niet, zo gaat het alleen in films. Maar ik moet haar opnieuw spreken.
Thuis pak ik mijn laptop. Hoe lang moet ik wachten met een berichtje sturen? Niet te snel, bedenkt het verstandige mannetje in mijn brein. Maar mijn vingers hebben haar naam al op Facebook ingetypt. Bingo. Twee blauwe ogen staren me aan vanaf mijn scherm.
Twijfelend blijven mijn vingers hangen boven telefoon. Wel tien keer schrijf en verwijder ik een berichtje. Ik haal diep adem.
''Hey Irene! Lijkt het je leuk om een keer samen wat te doen? Groetjes Kees.’’ Send.
Shit. Nu kan niet meer terug. Het ellendige wachten begint. Maar het duurt niet lang voor mijn telefoon het verlossende geluidje maakt. * Pling!*
''Hey Kees! Lijkt me gezellig! Had je al wat in gedachten?
Mijn hart maakt een sprongetje, dan zakt de moed me gelijk weer in de schoenen. Zo ver was ik nog niet. Mijn hersenen spinnen snel en ik zeg:
A. Wat denk je van een dagje strand?
B. Ik heb altijd al een keer in de trein willen springen zonder te weten waarheen te gaan. Let's do it. We zien wel waar we uitkomen!
C. Het wordt dinsdag een hele heldere nacht. Zin om te 's avonds naar buiten te gaan?
D. Ik moet vanavond op mijn oma passen. Wil je haar ontmoeten?
Hoe wil jij dat het verhaal verdergaat? Laat het weten in een reactie!