GASTCOLUMN: Hoe bid ik voor iemand die zo ontzettend lijdt?
Met een vrome glimlach sta ik in de opening van de tent, die in de gang van de kerk is opgezet. Ik heb twee uur lang dienst bij het Prayerpoint en kijk hoe een mengelmoes van mensen voorbij loopt. Eigenlijk ben ik te verlegen om mensen echt aan te spreken, dus glimlach ik hen maar toe terwijl de meeste mensen met afgewende blik snel langs de gebedstent lopen.
Een man met een oranje veiligheidshesje blijft staan bij de tafel met gebeden om mee te nemen. Aarzelend loop ik op hem af en zeg ik dat hij een gebed mee mag nemen. Dat vindt hij fijn, zegt hij. Ik vraag of hij wat met gebed heeft. “Ja, ik ben blij dat God er is.” Aangemoedigd door het feit dat hij gelovig is, vraag ik of ik voor hem mag bidden.
Het leed straalt uit zijn ogen
Hij kijkt me aan. Dan komt het verhaal eruit: Zijn ouders zijn overleden aan kanker. Ook de vader van een vriend van hem heeft kanker, dat vindt hij moeilijk. Hij probeert de mensen om hem heen te helpen, maar het is te zwaar om allemaal te dragen. Zelf is hij niet aan het werk, dat gaat niet. Hij is getrouwd met een vrouw die ook niet kan werken, ‘nep getrouwd’. Dan hebben ze samen tenminste genoeg om ergens te kunnen wonen.
Het leed straalt uit zijn ogen en ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Daar sta ik dan met mijn glimlach en mijn mooie woorden over de goedheid van God. Wat kan ik, vanuit mijn beschermde leventje, hierop zeggen? Ik mompel dat ik snap dat dat moeilijk is (alhoewel, ik dat niet écht doe).,Een gevoel van machteloosheid overvalt me, ik kan eigenlijk niets voor hem doen..
Daar gaat hij, de man met een onvoorstelbare last op zijn schouders
O, ik kan toch wel wat doen. Ik had aangeboden voor hem te bidden. Ik vraag of ik een hand op zijn schouder mag leggen. Dat mag. We sluiten onze ogen en ik bid voor zijn ouders in de hemel, voor troost en gezondheid zodat hij kan werken en doen waar hij van houdt. “In Jezus’ naam, amen.” Onze ogen gaan weer open. We staan nog even stil te staan, terwijl de stroom mensen langs ons heen loopt. Dan bedankt hij me, stopt het papieren gebed in zijn zak en loopt weg.
Daar gaat hij, de man met een onvoorstelbare last op zijn schouders. In één klap heeft hij me weer stil gezet bij al het lijden in de wereld waar ik constant aan voorbij leef. Zou het gebed hem moed hebben gegeven? Waarom heeft God het überhaupt zover laten komen? Stilletjes hoop ik dat Jezus’ naam, waar ik uit gewoonte elk gebed mee afsluit, echt zoveel kracht heeft als we altijd zingen.
Weten waarom er lijden bestaat op deze wereld? Check deze Denkstof video!
Geschreven door
Charlotte