Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Goddelijke dromen zijn bedrog?

5 oktober 2016 · Leestijd 8 min

Verward word ik wakker. Mijn pyjama is nat van het angstzweet. Ja, ik geef toe: ik droom veel, vaak en bizar. Zo heb ik een terugkerende droom waarin ik in een auto over de snelweg rijd, maar de remmen doen het niet. Pure nonsens of een ingewikkeld psychologisch dilemma? En hoe zit het met al die moslims die over Jezus dromen? Help, hoe weet je of een droom wel of niet van God komt?

Niets gaat boven een goede nachtrust. Heerlijk! We brengen een derde van ons leven slapend door. Van deze slaap dromen we een kwart. Onze opa of oma van 84 heeft dus 7 jaar van zijn of haar leven dromend doorgebracht. Als God bedacht heeft dat wij bijna 8 procent van ons leven dromend doorbrengen, dan moeten dromen toch zin, een functie, hebben?
“In Prediker staat dat als je veel zorgen hebt, je veel droomt. Veel dromen gaat samen met hard werken. Ook toen wisten ze al dat dromen het gevolg kunnen zijn van het dagelijks gebeuren”, zegt Bart Koet, hoogleraar Nieuw Testament Studies en theologisch droomexpert aan de Universiteit van Tilburg. “Een droom wordt tegenwoordig nog vaak gezien als het gevolg van een herinnering of ernstige gebeurtenis.” Uit droomanalyses blijkt dat jongeren in hun dromen veel sterker op de buitenwereld en uitdagingen gericht zijn dan volwassenen. Niet zo heel gek, als je bedenkt dat je nog een carrière voor de boeg hebt en je al je talenten wilt ontplooien – welke kansen liggen er voor jou in het verschiet? Logisch dat jouw droomleven daar dan ook grotendeels op gericht is. Onze nachtelijke avonturen zijn een verwerking van onze dagelijkse gedachtespinsels en belevenissen. Freud beweerde al dat onze dromen een uiting zijn van onze diepste verlangens. 

Mensen dromen meer op vakantie, rond de dood van een geliefde, of in de gevangenis. 

Geweten 
Maar droomt iedereen dan altijd overal evenveel? 

“Mensen dromen meer op vakantie, rond de dood van een geliefde, of in de gevangenis”, zegt hoogleraar Bart. Hij werkte zelf meer dan vijftien jaar als gevangenispastor. “In de gevangenis staan mensen onder grote druk en hebben ze meer tijd om na te denken.”  Is dat ‘meer dromen in een gevangenis’ een goed of slecht iets? 
“Dat ligt eraan. Het frappante is dat het geweten in dromen nog lijkt te werken, ook al heeft een gedetineerde in het dagelijks leven zijn geweten uitgeschakeld. Zo kan een gevangene tijdens een droom ineens spijt hebben van zijn daad”, zegt Bart. “Daarnaast hebben veel gevangenen last van angstdromen. Door te luisteren naar dat soort dromen, kun je door bepaalde blokkades heen komen. Zo sprak ik bijvoorbeeld een Tunesische man die al meerdere malen in de gevangenis had gezeten door drugshandel. Hij vertelde me dat hij in zijn dromen altijd op de vlucht was voor zijn vader. Doordat hij met mij over die droom sprak, kwamen we erachter dat hij een zwaar vadercomplex had. En door erover te praten, ging hij dat verwerken.”  Waarschuwing 
Dromen zetten je dus aan tot nadenken en kunnen helpen de dag of gebeurtenissen te verwerken. Maar ze lijken soms ook een andere betekenis te hebben, is Barts ervaring. “Iedere keer weer zijn er mensen die zeggen: ‘Ja, maar ik heb iets gedroomd wat ik niet kan verklaren. De droom is groter dan mijzelf.’” Die grote, onverklaarbare dromen zie je veel terug in de Bijbel: goede dromen zijn een troost en slechte dromen een waarschuwing. Toen Jakob doodsbang was voor Esau en zijn leven gevaar liep, bemoedigde God hem in een droom in Bethel. Daarentegen was de droom die Jozef aan de farao uit moest leggen, het voorbeeld van een waarschuwingsdroom. Zelfs het christendom in Europa begon met een droom! Paulus kreeg in Tróas een droom waarin hij een Macedonische man zag staan die naar hem riep: “Steek over naar Macedonië en help ons!” Wauw, wat een originele God. Hier was de droom eerder een richtingaanwijzer.  Bijbels droomdilemma 
De grote vraag is: welke dromen komen van God en welke niet? 
Dat noemt Bart het ‘bijbels droomdilemma’. “Bij Abraham en Jakob lees je dat de droom een manier is waarop God tot mensen spreekt. Later in Numeri [12:6-8] zie je dat God voor Mozes opkomt: met Mozes spreekt hij van aangezicht tot aangezicht, maar met de profeten spreekt hij in dromen en visioenen. In het Nieuwe Testament zie je een nieuwe trend waarbij de leerlingen aan de hand van de Schrift toetsen of hun dromen van God komen. Die twee moeten altijd met elkaar in overeenstemming zijn. De christelijke droompsychologie gaat ervan uit dat de mens tijdens de droom door een ‘hogere Instantie’ kan worden aangesproken. Dat kan God zijn, maar ook de satan. Dat moet je goed onderscheiden en daar kan de heilige Geest je bij helpen.”

Een opa van 84 heeft 7 jaar van zijn leven dromend doorgebracht

Cultuurgebonden 
In mijn kerk zie ik niet heel veel aandacht voor dromen.Zijn we misschien voorzichtig geworden?

 
“Mede door Luther die dromen maar onzin vond, zijn wij niet zo droomgericht in de Nederlandse Protestante Kerk. In de Katholieke Kerk is dat al wat meer, omdat symbolen daar belangrijk zijn. Dromen binnen de theologie blijft een lastig iets, omdat je dromen niet kunt ordenen. Binnen de wetenschap willen we alles kunnen verklaren, bij dit onderwerp kan dat simpelweg niet.” Daarnaast lijkt het of er in de ene cultuur meer gedroomd wordt dan in de andere. Een tijdje terug at ik met een Iraanse (christelijke) vriendin. Haar moeder heeft naar eigen zeggen veel dromen. “Bij ons slaat het denk ik weleens door naar de andere kant”, zei mijn vriendin. “In onze Iraanse cultuur gaan we ervan uit dat iedere droom een betekenis heeft, dat geloof ik ook weer niet. In Iran had ik vrienden die een dag of zelfs een hele week somber konden zijn nadat ze een slechte droom hadden gehad. Ik denk dat je per droom moet onderscheiden of er een dieperliggende betekenis is.” Volgens Bart is onze westerse cultuur zelfs de enige cultuur die nauwelijks waarde aan dromen toekent. “In de Arabische cultuur zijn dromen een heel legitieme manier om dingen te verklaren. Zo gebruikt een terrorist een droom van Allah vaak als excuus voor zijn terroristische aanslag. En in sommige Afrikaanse landen mag je geen dominee worden als je geen goddelijke dromen hebt.”  Verantwoordelijk? 
Is de mens zelf verantwoordelijk voor de inhoud van zijn dromen, zoals hij dat is voor zijn gedachten, woorden en daden? 
“Voeg het woordje ‘mede’ in”, zegt Bart. “Soms kun je je eigen dromen sturen, vaak niet. Maar dromen – die niet van God ingegeven zijn – zijn zonder meer een verwerking van je dag. En wat je die dag doet, ja, daar ben je zelf verantwoordelijk voor.”  Het blijft ergens ongrijpbaar: de droom. Bart raadt aan om er openlijk met christelijke vrienden of ouders over te praten. “Maak het bespreekbaar, vooral als een droom zich herhaalt. Waar droom je over en wat voelde je tijdens die droom?”  Daarnaast geloof ik dat we God mogen bidden om wijsheid en inzicht in onze dromen. Want dat we dromen zullen dromen, staat zwart-op-wit in Handelingen 2:17, waar een uitspraak van de profeet Joël wordt aangehaald: “Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten.” Ik heb nog een lange slaap, uh weg te gaan! 

Tips: hoe onthoud ik mijn dromen?

  1. Vraag, voordat je in slaap valt, God om tot je te spreken door dromen (Joël 3:1).
  2. Zeg tegen jezelf dat dromen een krachtige boodschap kunnen bevatten en dat je wilt leren om deze            boodschap te verstaan (1 Koningen 3:5-28).
  3. Leg een schrift naast je bed zodat je een droom kunt opschrijven zodra je wakker wordt (of typ in je telefoon) (Psalm 127:2).
  4. Zorg voor voldoende slaap, met name het laatste uur droom je veel. En als het mogelijk is: word uit jezelf wakker zonder wekker. Het alarm kan de herinnering aan de droom verstoren (Job 33:14-18) Bron: Dromen zijn een geschenk van God, Ronald en Maresca van der Molen. 

Ik droom nooit?

Als we slapen, rusten we uit, maar onze hersenen zijn wel actief. Tijdens de nacht maken we ongeveer vier of vijf slaapcycli door. Elke cyclus eindigt met een remslaap. Sommige mensen beweren dat ze nooit dromen, maar als zij tijdens de remslaap wakker worden gemaakt, blijken ze zich opeens wel een droom te kunnen herinneren. De dromen die wij ons herinneren, zijn meestal de dromen die we vlak voordat we wakker worden, dromen.  Dit interview verscheen eerder in BEAM Magazine. Nieuwsgierig? Bestel hier een gratis proefnummer!

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡