GASTCOLUMN: Waarom laat God mijn fiets stelen?
Vanochtend is mijn fiets gestolen. Of in de nacht, dat weet ik niet, maar in ieder geval stapte ik deze zondagochtend naar buiten om naar de kerk te gaan en stond hij er niet. Ik nam vervolgens vijf paniekerige minuten om na te denken of ik hem echt niet op het station had laten staan... Niet dus. Er was maar één conclusie mogelijk: gestolen.
Er kwam gelijk een rare mengeling aan emoties in mij naar boven. Dit is de eerste keer dat iemand iets van mij heeft gestolen, en niet zomaar iets. Mijn fiets en ik gaan way back, het was de fiets die ik in groep 8 zelf mocht kiezen als ‘volwassen’ fiets. Ik rijd er al 9 jaar met veel plezier op. En nu heeft één of andere laffe zak hem gejat. Ik voel me geschokt, boos, onveilig, verdrietig en een beetje dom (ik had hem op enkel slot gezet, uit gewoonte).
Gods plan
Terwijl ik weer naar binnen slofte, omdat ik te voet nooit op tijd in de kerk zou zijn, vroeg ik me af waarom God dit soort dingen laat gebeuren. Wat is nou het nut van deze ervaring? Hoe zitten dit soort dingen in Gods plan, wie heeft hier baat bij (behalve de dief)? Waarom had hij me niet ‘toevallig’ ingegeven dat ik mijn fiets even op dubbel slot moest zetten?
Tegelijk besefte ik ook dat het allemaal veel erger kunnen zijn: ik had het in plaats van op zondag ook maandagochtend kunnen ontdekken, waardoor ik te laat zou zijn geweest op mijn allereerste stagedag. En het gas/water/licht kostte deze zachte winter minder geld waardoor ik waarschijnlijk genoeg overhoud om een tweedehandsje te kopen.
Een leven met God betekent sowieso niet dat alles voor de wind gaat
Misschien is dat de les van deze situatie: ook als je een tegenvaller krijgt, betekent dat niet dat God je even is vergeten. God zorgt voor me, en ik heb zo ontzettend veel dingen om hem voor te danken, materieel én immaterieel, fiets of geen fiets. Wie weet hoeveel keren God mijn fiets eerder heeft gered, terwijl ik hem doodleuk op enkel slot bleef zetten? Als hij dan een keer gestolen moest worden, had er dan een beter moment kunnen zijn dan dit? Bovendien, een leven met God betekent sowieso niet dat alles je altijd voor de wind gaat, dat kunnen we wel concluderen uit de wereldwijde christenvervolging. Vanuit dat perspectief heb ik absolúút niets om over te klagen.
Dus, wat ga ik doen? Om het bekende motto er dan maar bij te halen: what would Jesus do? Als ik daarover nadenk, zie ik het volgende stappenplan voor me: 1) een nieuwe fiets kopen, 2) wachten tot mijn verontwaardiging slijt met de tijd (en bidden daarvoor), 3) een poging doen om de fietsendief te vergeven. We zullen zien hoe ver ik kom. Maar voor nu zeg ik: ‘Dag fiets, ik zal je missen.’
Geschreven door
Charlotte