GASTCOLUMN: De dood maakt mij gestrest
Ik droomde dat ik in de hemel was. God zat op Zijn troon en ik kon gewoon naar Hem toe lopen. Ik mocht Hem alles vragen wat ik wilde en ik hoefde mij nergens voor te schamen. En dus vroeg ik. Ik vroeg Hem wat ik moest doen. God zei dat ik mijn hart moest volgen, want mijn hart behoort Hem toe. Míjn keuze zou daarmee Zíjn keuze zijn. Ik stond daar. Hij keek mij aan, streelde mijn hand en stond op uit Zijn troon. Hij stapte dichter naar mij toe. Maar helaas - op het moment dat Hij Zijn arm om mij heen wilde slaan, schrok ik wakker.
De trieste berichten uit het nieuws vliegen tegenwoordig om mijn oren, waarmee ik continu word geconfronteerd met de dood. Dan is het logisch dat ik erover na ga denken, en dat is ook goed. De hoeveelheid stress die het mij daarentegen geeft, is wat minder goed. Ik hoor over de kinderen uit Oss, die na een ongeluk met een elektrische bakfiets het leven hebben gelaten. Ik hoor over een woningbrand, waarbij een heel gezin in een klap van de aarde is verdwenen. Ik hoor over ziektes, die mensen ongevraagd hun leven afnemen. Dat maakt dat ik mij dankbaar voel dat ik nog op deze aarde rondhuppel, maar tegelijkertijd maakt het me bang. Want wat als ik de volgende ben die ‘gedoemd is om te gaan’?
Het is niet zo dat ik bang ben voor de plek waar ik terecht zal komen. Ik weet én geloof dat die plek beter is dan de aarde van vandaag. De bevestiging daarvoor kreeg ik zojuist nog in mijn droom. Waar ik wel bang voor ben, is voor datgene wat ik achterlaat. Als ik er plots niet meer zou zijn, verlies ik de controle. En noway indeed, dat ik dan nog kan regelen wat er met de aarde gebeurt, of met de mensen waar ik van houd. Ik heb zo mijn plekje in de maatschappij, mijn plaats binnen mijn familie. Dat is een plek die ik de komende jaren nog verder wil ontwikkelen. Naar God toe vind ik dat eigenlijk best egoïstisch, maar misschien ook wel mensen eigen. Ja.. het denken aan mijn eigen dood maakt dat ik me machteloos voel. Veel te machteloos.
Met God sámen, heb ik meer macht dan de dood in zijn eentje.
Tussen mijn gedachten door word ik even teruggeworpen op de dood van Jezus. Ik denk aan het Bijbelboek Marcus, waar duidelijk in blijkt dat Jezus zelf de dood ook wilde omzeilen. Er klonk een noodkreet uit Zijn hart, waarin Hij aan Zijn Vader vroeg of Hij gespaard kon worden. Kort daarna besloot Hij zelf Zijn menselijke, op zichzelf gerichte gevoel, aan de kant te zetten. ‘Doe alleen wat U wilt’, zei Hij, ‘en niet wat Ik wil’. Hij bleek in staat te zijn om op God te vertrouwen, zélfs op het donkerste en zwartste moment van Zijn leven. Zelfs toen Zijn vrienden hem in de steek hadden gelaten, en hij de dood letterlijk in de ogen keek.
Sterker dan de dood
Van wanhoop laat ik mij uit bed glijden, terwijl het zweet op mijn voorhoofd staat. Ik kniel neer naast mijn bed, vouw mijn handen samen en laat ze rusten op mijn pasgewassen dekbed. Ik dank God voor deze bijzondere droom. Met een brok in mijn keel stel ik Hem de vraag: ‘Heer, wat moet ik doen om dit écht in uw hand te kunnen leggen?’ Het antwoord komt keihard binnen. Ik denk terug aan de gebeurtenis uit mijn droom, waarbij God mijn hand had gestreeld en mij liefdevol aan had gekeken. ‘Mijn Kind’, had Hij gezegd, ‘Jouw hart behoort Mij toe’. En ik wist dat dat genoeg was.
Ik mag me dan machteloos voelen, maar ik moet één belangrijk ding niet vergeten. Met God sámen, heb ik meer macht dan de dood in zijn eentje. ‘Ik zal je sterken, ik zal je helpen, je steunen met Mijn onoverwinnelijke rechterhand’ – Jesaja 41:10. Míjn vrienden en familie hebben mij niet in de steek gelaten en ik bevind mij niet op het donkerste en zwartste moment in mijn leven. Als Jezus alles in Gods hand kon leggen op dat zware moment in de hof van Getsemane, vind ik het alleen maar een eer om dat zelf ook te leren doen: op dit moment, in deze tijd. Opdat ik kan leren te worden zoals Jezus.