Fransien (18) is eerstejaars student: “Ik heb de campus nog niet in het echt kunnen zien”
Fransien (18) is in september begonnen met haar studie Pedagogische Wetenschappen. Speciaal voor haar studie is ze naar Nijmegen verhuisd. Bij het starten van een nieuwe studie komt vaak een leuke introductieweek kijken, maar door corona bleek die van haar toch anders te verlopen. Hetzelfde gold voor de ontgroening van studentenvereniging VGSN waarvan ze lid werd. Het ging Fransien niet in de koude kleren zitten: ze maakt het beste van haar eerste studiejaar, ondanks corona.
“Mijn school zorgde voor een online introductieperiode, waarin ik de school, de studie en een aantal studenten kon leren kennen. We kregen bijvoorbeeld een online intro van ruimtevaarder André Kuipers. Ook werden we als eerstejaars studenten in groepjes ingedeeld en kregen we intromama’s (een ouderejaars student) toegewezen. Deze mensen legden uit hoe de online omgeving werkt, hier kun je je inschrijven voor toetsen bijvoorbeeld. Alle informatie die ik nodig had om mijn studie te kunnen beginnen, kreeg ik op deze manier. Dat vond ik prettig, ondanks dat er weinig fysiek te doen was.”
Zelfstudie
“Ik heb de campus nog niet in het echt gezien en dat is jammer. Er is één les die we fysiek krijgen, maar die is in een theaterzaal. Het voelt gek om daar les te krijgen, maar de theaterzaal is de enige plek waar we anderhalve meter afstand kunnen houden. Voor onder andere míjn studie, wordt op dit moment een nieuw gebouw gebouwd, die vanaf februari in gebruik wordt genomen. Dus dat gaat de plek zijn die ik leer kennen."
Ik geloof dat christenen om me heen zorgen voor een veilige omgeving in een grote stad
"Het is een rare situatie, waar we in zitten: ik doe veel zelfstudie, omdat ik bijna alleen maar thuiszit. Verder heb ik weinig contact met studiegenoten, wat een groot deel van de studie-ervaring wegneemt. De enige mensen die ik nog wel eens spreek, zijn de studenten die ik heb ontmoet in het introductiegroepje.”
De christelijke studentenvereniging VGSN
“Al voordat ik in Nijmegen woonde, had ik me aangemeld bij de christelijke studentenvereniging VGSN. Ik kom oorspronkelijk uit Hardenberg, een stad waar veel mensen christelijk zijn. Daarom ben ik gewend om christelijke mensen om me heen te hebben en over God te kunnen praten. Het geloof heeft een belangrijke plek in mijn leven en ik wilde ook dat het een plek kreeg in mijn studentenleven. Ik geloofde dat christenen om me heen zou zorgen voor een veilige omgeving in een grote stad. Daarom besloot ik me aan te melden bij VGSN, een vereniging die niet al te groot is en mij met open armen verwelkomde.”
De week van intensieve integratie
“In plaats van een ontgroening, hebben we bij de vereniging de ‘week van intensieve integratie’ gehad. Veel aspecten die normaalgesproken bij een ontgroening horen hebben wij ook gehad, maar dan werd het in een ander jasje gestoken. In de eerste week van het schooljaar was er elke dag een fysieke activiteit waar we aan mee moesten doen."
De vereniging doet er gelukkig alles aan om elkaar als leden te ontmoeten en leren kennen
"Een échte ontgroening mocht niet, vanwege corona en dat vond ik stiekem niet zo erg. Het belangrijkste doel van de week is dat ik de mensen in mijn jaargroep zou leren kennen. Dat is niet goed gelukt, omdat we elkaar nooit echt tegelijk zagen, dat is jammer. Een ander doel is dat we de stad Nijmegen leerden kennen en dat is wél gelukt. Dat kwam vooral omdat ik op de fiets naar de activiteiten moest. Dan krijg je vanzelf wat mee van de stad.”
Wonen in een verenigingshuis
“Als laatste, was het de bedoeling dat ik de vereniging leerde kennen en dat is ook gelukt door de activiteiten. Het is dus vooral jammer dat ik weinig mensen kon spreken. Gelukkig kwam ik te wonen in een huis met leden van de vereniging. Er wonen drie huisgenoten, die ik vaak spreek. Ik vind het echt leuk om in een verengingshuis te wonen omdat ik op die manier aanspraak heb met nieuwe mensen en omdat zij mij wegwijs kunnen maken in de vereniging. Dat maakt het minder erg dat ik geen feestjes of borrels van mijn vereniging meemaak.”
Stempelkaart en een kopje koffie
“De vereniging doet er gelukkig alles aan om elkaar als leden te ontmoeten en leren kennen. Zo is er bijvoorbeeld besloten dat alle leden een stempelkaart krijgen met vakjes erop waar stempels in moeten komen. Ik moet dan bij een aantal leden langs voor een kopje koffie en een praatje en krijg dan een handtekening of stempel als bevestiging dat ik er ben geweest. Als de kaart vol is, kan ik die inleveren en krijg ik een verrassing. Dat soort initiatieven vind ik te gek, want die helpen me bij het leren kennen van de vereniging en haar leden.”
Corona komt dichtbij
“De eerste golf van corona vond ik stiekem niet zo heel erg: mijn examens gingen niet door, waardoor het wat makkelijker werd om mijn vwo af te ronden. Nu merk ik wel dat ik klaar ben met het hele gebeuren rondom corona. Mijn oom en tante zijn net positief getest, waardoor het steeds dichterbij komt en ook mijn moeder moest testen."
Natuurlijk houd ik me netjes aan de regels, maar dat betekent niet dat ik het niet leuk kan hebben
"Wat betreft mijn studie, besef ik me goed dat ik niet echt weet wat ik mis. Ik weet niet hoe het er anders aan toe gaat en ben gewend aan studeren zoals het nu gaat. Als ik het op die manier bekijk, vind ik het eigenlijk wel prima. Een voordeel aan studeren in deze tijd is dat ik niet om half negen hoef te beginnen, maar ook kan beslissen dat ik om tien uur pas mijn online les erbij pak.”
Doen wat ik kan
“Ik ben veel bezig met God, ondanks corona. Zo volg ik online belijdenis catechisatie in een gemeente hier in Nijmegen en kijk ik op zondag met mensen van de studentenvereniging een kerkdienst. Daarnaast volg ik kring in de vereniging, waar ik medeleden ontmoet en waar we Bijbelstudie volgen en met elkaar in gesprek zijn. Dat soort momenten vind ik heel waardevol. Deze tijd is natuurlijk een beetje gek, maar ik doe wat ik kan om het leuk te maken. Natuurlijk houd ik me netjes aan de regels, maar dat betekent niet dat ik het niet goed kan hebben. Daar ben ik dankbaar voor.”
Emma’s vrijheid was van de één op de andere dag beperkt tot haar huis. Stom, want ze had helemaal geen zin om de hele dag thuis te zitten. Toch moest ze wel, want ze was verplicht binnen te blijven.
Geschreven door
Thamara