COLUMN: Wat ik van mijn niet-christelijke vriend heb geleerd
Christenen die bij anderen hun geloof proberen op te leggen, vind ik irritant. Altijd gevonden. Helaas kwam ik deze week tot de schokkende ontdekking dat ik hier zelf ook schuldig aan ben.
Christenen hebben bepaalde overtuigingen. Deze verschillen per persoon, maar over het algemeen zijn er gedeelde christelijke normen. In mijn omgeving zie ik vaak dat christenen daarom geneigd zijn om hun geloof bij niet-christenen op te leggen. Wij christenen doen dit zo, dus dan moet iedereen dat doen. Er is weinig tot geen ruimte voor de overtuigingen van niet-christenen.
Wanneer ik christenen die dit gedrag vertonen tegenkom, raak ik enorm gefrustreerd. Ik voel boosheid omhoog borrelen en kan mezelf met moeite bedwingen om geen sarcastische opmerkingen te maken. Maar deze week ben ik tot een schokkende ontdekking gekomen. Ik ben zelf een van de christenen waar ik altijd keihard met mijn vinger naar heb zitten wijzen.
Mijn vriend heeft helemaal niks met God
Mijn vriend gelooft niet in God. Dit is nooit een probleem geweest, maar laatst raakte ik licht in paniek over onze verschillende achtergronden. Ik moet nog lang niet aan kinderen denken, maar ik vertelde hem dat ik eventuele kinderen christelijk wil opvoeden. Hij schrok van mijn stellige besluit, maar trok later bij. Hij stelde voor dat we een kind toch gewoon beide werelden kunnen meegeven. Het christendom, maar ook een niet-christelijke achtergrond. Dan kan het kind zelf kiezen. Dit antwoord zette mij aan het denken.
Mijn vriend heeft helemaal niks met het geloof. We zijn beiden midden in de biblebelt opgegroeid, maar zijn ouders komen uit de Randstad en geloven beiden niet in God. En zoals dat dan vaak gaat: hij ook niet. Toch houden ze in zijn gezin rekening met de tradities van hun zwaar gereformeerde dorpsbewoners. Zijn ouders werken op zondag bijvoorbeeld niet in de tuin uit respect voor dorpsgenoten die twee tot drie keer per dag voorbij fietsen om naar de kerk te gaan.
Mijn vriend en zijn ouders geven de christenen in hun omgeving de ruimte om hun geloof uit te oefenen. Zelf hebben ze niks met God, maar ze tonen respect voor de christelijke normen en waarden. Ze vinden een balans in twee denkbeelden.
Ik ging in gesprek, maar ik had mijn besluit al genomen
Stel je voor dat mijn vriend net zoals ik het gesprek was aangegaan. Dat hij mij vertelde dat hij zijn kind niet-christelijk wil opvoeden. Hier zitten namelijk veel regeltjes aan vast. Dat ziet hij elke week weer. Ik was waarschijnlijk in paniek geraakt en had niet geweten hoe ik moest reageren.
Toch was dit precies hoe ik handelde. Ik ging wel in gesprek, maar ik had mijn besluit eigenlijk al genomen: mijn kind wordt christelijk opgevoed. Het was goed dat ik bij mijzelf bleef, maar ik miste een open houding. Ik had niet nagedacht over een middenweg. Een balans. Er was weinig ruimte voor zijn overtuigingen. Terwijl ik dit juist zo irritant vind aan sommige christenen. Alleen deed ik het nu zelf.
Het is inspirerend om te laten zien dat ik christen ben, maar ik wil ook ruimte maken voor andere overtuigingen. Ik wil in gesprek gaan en de ander proberen te begrijpen. Zoals Jezus altijd met iedereen in gesprek bleef. Dat levert veel meer op dan iemand het geloof opleggen. Iets wat ik uitgerekend van een niet-christen moest leren…
Geschreven door
Else Marie