Ga naar submenu Ga naar zoekveld

COLUMN: Ooit keek ik porno

16 augustus 2016 · Leestijd 3 min

In mijn binnen leeft een leeuw. Hij wil dingen. Dingen als luiheid, voedsel, alcohol, porno, aandacht en geld. Als ik naar hem luister – aan zijn behoeften toegeef – is het beest rustig. Brult hij minder. Kauwt hij op mijn hart. Dan heb ik pijn. Weer overwonnen door het beest. Het beest dat straks opnieuw gaat brullen. Nog harder dan voorheen. Onverzadigbaar.

Op de middelbare school had ik een vriend. Max. Max gokte op voetbalwedstrijden. Welk team er won, verloor of gelijkspeelde. Langzaam verdiende Max geld. Hij was goed in het gokken. Het beest in Max vond het fantastisch, wilde steeds meer. Meer winnen en meer geld. Max nam steeds grotere risico’s. Wie er als eerst scoorde bijvoorbeeld, in welke minuut ook. Daar was meer geld mee te verdienen. Binnen een week was Max al zijn gewonnen geld kwijt. Zijn binnenste beest was woest. Max wilde dat hij nooit begonnen was. Later ontmoette ik Plien. Plien houdt van jongens en alles wat erbij komt kijken. In het begin gaf Plien alleen kusjes, soms een langer zoentje. Maar de leeuw wilde meer. En de jongens in het bed op haar kamer ook. Bij hen binnen brulde er ook een beest. Plien deed meer. En vaker ook. Op een gegeven moment had ze een relatie. Haar leeuw vond dat niet genoeg, vroeg om meer. Plien gaf eraan toe. Ze ging vreemd. Nu heeft Plien geen relatie meer. En geen jongens. Is Plien ongelukkig en haar leeuw ontevreden. Ooit keek ik porno. Blote dames, ja. Die dingen doen. Eerst met elkaar, wat later met een man en in de pauzes met zichzelf. Je kent het wel, of niet natuurlijk, waarvoor applaus. Ik zag vrouwen op straat, ‘gewone’ vrouwen. Dacht er verkeerde dingen bij. Vond het objecten. Voor in filmpjes of in het echt. De leeuw in mijn hoofd gromde dan instemmend en hapte toe met zijn vlijmscherpe tanden. Mijn vlees was zwak en klikte het zoveelste filmpje aan. Langzaam begon ik mij te verzetten. Ik bouwde een kooi. Zette de leeuw gevangen in de warme kamers van mijn vel. Hij wil het niet. Trapt hevig tegen de wanden. Ontsnapt bijwijlen in een kleine terugval. Maar, hij wordt steeds zwakker. Ik voed hem minder, houd hem weg van het gevraagde. Belet hem zich te sterken aan mijn zwakte, zodat hij op geen enkele mogelijkheid kan volgroeien tot een vleesgeworden verslaving. Nimmer zal de leeuw sterven, want: zolang ik leef, leeft hij en zolang hij leeft, leef ik. Mijn gehele bestaan ben ik bezig hem te temmen. Hem en alle andere brullende beestjes in mijn binnenste. Tot het moment dat ik volledig ben verslonden, kan ik nog volop weerstand bieden. Mijzelf beschermen tegen zijn tanden. Mijn verstand is de cipier. Zij bewaakt het grotendeels malse en zwakke vlees. Verdedigt zich tegen de katachtigen. Gebruikt daarvoor wapens als relativering, inzicht en zelfbeheersing. Immers, als ik geen gehoor geef aan de brul van de primaire behoefte, word ik gered uit de latere klauwen van spijt, schaamte en zelfverachting. Het is de keus tussen de duik in het vluchtige geluksmoment van nu of het zwemmen naar de zon van de toekomst. De keus tussen de eenvoudigste of de moeilijkste weg. Tussen wie je bent of wie je wilt zijn. Tussen een gekroonde of een ontklede leeuw. In mijn binnen leeft een naakte leeuw.

Geschreven door

Bas

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡