Navigatie overslaan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

NPO 3
Uitgelichte afbeelding

Begrippen die je als student MOET kennen

2 september 2016 · 14:14

Update: 15 november 2024 · 17:27

Zonder de kennis van deze begrippen ga je een moeilijke studententijd tegemoet. Lees en leer!

1. Thuis-thuis

Je zit op kamers, dat is thuis. Als je praat over je ouderlijk huis, praat je over thuis-thuis.

2. Brassen

Iets weghalen bij een ander studentenhuis of een andere vereniging. Dit kan een dispuutsvoorwerp zijn, maar ook een bestuurslid van de vereniging.

3. Sjaars

Als je dit woord hoor, let dan goed op: het gaat over jou. De eerstejaars student.

4. Burger/Pauper

Dit is een niet-student. Ook wel 'arbeider' genoemd. Het verschil: Een burger wast af naá het eten, een student vóór het eten.

5. BVO

Bier voor onderweg.

6. Nep-student

Zo noemen universiteitsstudenten je als je een hbo of mbo student bent. Flauw.

7. Hospiteren

Langsgaan bij een studentenhuis tijdens een kijkavond en proberen een kamer in het huis te bemachtigen. Zenuwslopend.

8. Grondpizza leggen

Kotsen :(

9. Tupperware

Het studentenleven is duur. Daarom zijn er slimme studenten die op zondagavond voor de hele week koken en dit allemaal invriezen voor de rest van de week. Slim he? Gratis tip. 

Weten wat voor soort student jij bent? DOE DE TEST!

Meest gelezen

Lees ook