8 dingen die je sowieso herkent als je je (slaap)kamer deelt!

1. Altijd een kletsbuddy tijdens kamer delen

Geen zin om te slapen? Dat is het voordeel aan kamer delen: kletsen over je dag! Dit kon uren doorgaan totdat je moeder bloedchagrijnig voor je bed stond: “Het is echt tijd om te slapen jongens, anders kunnen jullie er morgen niet uit!”

2. Nooit meer bang voor monsters onder bed

Je dacht dat er een bende monsters onder je bed bivakkeerde, maar gelukkig had je nog een lieve broer in je kamer die ten strijde ging. Nadat alle monsters weer weg waren kon jij veilig slapen.

3. Elkaar wakker houden

Je ogen waren bijna dicht, maar toen begon je kleine zusje weer te praten. Kan ze niet voor één keer even stil zijn? “MAM, ik wil geen kamer delen, ik wil een eigen!”

4. Thunderbuddies

Bij slecht weer kropen jullie bij elkaar in bed. Dat was lekker warm, veilig en knus. Ondertussen was jij als grote zus ook bang, maar daar liet je natuurlijk niets van merken.

5. Stiekem een spelletje doen

Wanneer je niet kon slapen dan ging je samen een spelletje doen. Dan nam je een bekende Nederlander in het hoofd en kon het nachtelijke spel beginnen!

6. Jouw kamer = zijn kamer

Na schooltijd wilde jij lekker met je vriendinnen op je kamer spelen, maar je grote broer liet zich alleen niet zo makkelijk wegslaan, ook niet door je hele vriendinnengroep. Bah, toch liever enigst kind.

7. Ochtendritueel: je zus was altijd eerder wakker

Natuurlijk was je zus een supervroege vogel. Zo maakte ze je wakker op zaterdag om 08:00 uur doordat ze op je bed ging springen. Lekker chagrijnig het weekend in…

8. Je kamer delen: een band om nooit meer te vergeten

Samen een kamer delen vormde een goede basis voor een levenslange vriendschap met geheimpjes: “Weet je nog waar we het snoep voor mama hadden verstopt?”