4x jonge verzetsstrijders die jij niet mag vergeten 🇳🇱
Meer dan 70 jaar geleden was Nederland bezet door Nazi-Duitsland. Er was geen sprake van vrijheid. Toch zette veel jonge mensen zich in om onderduikers te helpen aan bijvoorbeeld eten. Dit met risico voor eigen leven. Lees hieronder meer over jonge verzetsstrijders, want deze vier mag je écht nooit vergeten 👇
1. Hulp aan piloten
Joke Folmer – 17 jaar
Joke Folmer is nog maar zeventien jaar als de oorlog uitbreekt. Haar wiskundeleraar vraagt op een dag aan haar of ze meer dan alleen huiswerk naar haar ondergedoken vriendin kan brengen. Op de fiets had ze een mandje en daar zat van alles in: voedselbonnen en legitimatiebewijzen. Joke wordt actief in verzetsgroep Fiat Libertas. Zij zorgt ervoor dat geallieerde piloten die vastzitten in bezet gebied – na bijvoorbeeld een crash- weer in Nederland aankomen. Ze noemen haar het boodschappenmeisje. Ook zorgt Joke ervoor dat mensen die gezocht worden door de Duitsers kunnen ontsnappen uit Nederland. Zo brengt de zeventienjarige Joke meer dan 200 mensen in veiligheid. Uiteindelijk slaat het noodlot toe: de verzetsgroep wordt verraden en in september 1943 wordt Joke opgepakt en ter dood veroordeeld. Maar tot een executie komt het nooit, de geallieerden (een groep landen die streed tegen o.a. Duitsland) rukken op en uiteindelijk wordt Joke bevrijdt door de Russen. Ze wordt uiteindelijk 99 jaar.
2. Treinen saboteren
Hannie Schaft – 25 jaar
De 25-jarige Hannie bewijst zich als een echte verzetsstrijder. De ongelijke behandeling naar Joden kan ze niet uitstaan. Daarom begint ze met het stelen van persoonsbewijzen uit kleedkamers van een zwembad, zodat twee Joodse medestudenten voortaan veilig over straat kunnen gaan. Ze sluit zich aan bij een verzetsgroep. Naast dat ze treinen saboteert die naar concentratiekampen gaan, plegen zij samen met de groep ook aanslagen op verklikkers. Net voor de bevrijding van Nederland, maart 1945, wordt ze opgepakt en ter dood veroordeeld.
3. Overvallen
Klaas Nieboer – 19 jaar
Klaas komt uit een echt verzetsfamilie. Zijn vader is tijdens de eerste oorlogsjaren betrokken bij het illegaal slachten van vee, zodat onderduikers genoeg geld hebben. Hiervoor wordt hij opgepakt en naar een concentratiekamp gebracht in Duitsland, waar hij uiteindelijk overlijdt. Op dat moment zit Klaas nog op de middelbare school en zet hij zijn eerste stappen als verzetsstrijder. Hij begint met het plegen van overvallen op een distributiekantoor (waar bonnen werden bewaard om eten te kopen). Deze bonnen konden uitgedeeld worden aan onderduikers. Hij wordt, net als veel andere Nederlandse jongens, opgeroepen om voor de Duitsers te komen werken. Klaas piekert er niet over om de Duitsers te helpen en duikt onder. Ondertussen bedenkt hij allerlei plannen om nog meer voedselbonnen te stelen. Als hij tijdens het ontvluchten van de Duitsers wordt opgepakt, sturen ze hem naar Kamp Vught en komt hij daar in augustus 1944 te overlijden.
4. Christelijke verzetsstrijder
Marius Nederveen – 24 jaar
De 24-jarige Marius is christen en staat in zijn omgeving bekend als een eerlijke en betrouwbare jongen. Hij aarzelt niet als de eerste onderduikers zich melden en helpt ze aan onderzoek en extra bonkaarten waarmee ze eten kunnen kopen. Die kaarten steelt hij uit een distributiekantoor. Na de eerste overval volgen er al snel meer en groeit Marius uit tot een ervaren verzetsstrijder. Hij raakt ook betrokken bij de verspreiding van illegale kranten, waarin nieuws over de oorlog te lezen is dat de Duitse bezetters liever stilhouden.
In juli 1944 gaat het mis: Marius wordt opgepakt, samen met een groot deel van zijn verzetsgroep. Hij overlijdt in 1944 in Kamp Vught.
Geschreven door
Merveille