Ga naar submenu Ga naar zoekveld

"Mijn broer lag in een plas bloed, ik kon niet zien of hij nog leefde"

5 november 2018 · Leestijd 4 min

Ik ben bang voor de dood. Niet zozeer voor die van mezelf, des te meer voor het lot van de mensen van wie ik houd. Vaak genoeg heb ik mijn familieleden, mijn vrienden en mijn vriend op de meest vreemde manieren ‘doodgedroomd’. De één wordt in mijn hersenspinsels getroffen door bliksem, de ander overlijd aan een zeldzame tropische ziekte. Een paar jaar geleden werd ik letterlijk hard wakker geschud, toen mijn dromen bijna uitkwamen…

Wrong time wrong place

Het was een on-Nederlandse zomerse dag. Met het hele gezin bevonden we ons die dag lekker burgerlijk op het strand. Biertje, zonnebrandje, afkoelen in veel te koud water, the usual. De zon ging bijna onder en wij naar huis. Mijn zus en zwager stapten in de ene auto. Mijn ouders, mijn broer, mijn vriend (toen nog alleen een vriend van de familie) en ik in de ander. Als één van ons nou iets langer het zand uit zijn handdoek had geklopt, nog even zijn veters had gestrikt, als we iets langer hadden staan dubben over bij wie we gingen barbecueën. Maar dat deden we niet, en dus belandden we een paar minuten later in een bizarre scène.  

Een typisch ‘wrong time wrong place’-moment. Twee auto’s botsten frontaal op elkaar, één van de auto’s raakte onze zijkant, waardoor we in de berm terecht kwamen en twee keer over de kop sloegen. Na een hoop geschreeuw van ons en een oorverdovend lawaai van de auto, stonden we – na wat leek een uur – eindelijk weer rechtop. Midden in een slechte film. Mijn vader rende de auto uit, op zoek naar een antwoord op deze ravage en op zoek naar hulp. Mijn moeder had een enorme hoofdwond en schreeuwde dat ze bloed had. Mijn vriend klom in paniek over me heen, stopte even en vroeg “Ben je oke?,” “ja”. ‘Oke’ was een groot woord, ‘totaal niet oke’ was passender geweest. Een paar meter verderop lag mijn broer in een plas bloed. Vanaf die afstand kon ik niet zien of hij nog leefde en ik raakte volledig in paniek.

Een grote waas

Bang voor wat ik aan zou treffen rende ik op hem af. Daar aangekomen zag ik dat er een vrouw bij hem was gaan zitten. Ze had zijn hand vast, legde hem rustig uit wat er was gebeurd. Ook mijn moeder werd geholpen door omstanders. De uren daarna waren een waas. We werden allemaal meegenomen naar het ziekenhuis. Mijn vriend en ik kwamen er zonder al teveel fysieke kleerscheuren vanaf. We konden met mijn zus en zwager terug naar huis. De rest moest blijven. Mijn moeder werd geopereerd aan haar hoofd, mijn broer had een gapende kniewond en een rug vol glas, mijn vader een torenhoge bloeddruk. We hadden het niet beter kunnen treffen. Een kruispunt vol engelen, noemde mijn broer het. Dat gold zowel voor de mensen die ons massaal kwamen helpen, als de engelen die ons van tevoren al stonden op te wachten.

Een kruispunt vol engelen, noemde mijn broer het

Wat als

Het ongeluk is inmiddels zo’n drie jaar geleden, en alsnog schrijf ik dit met tranen in mijn ogen. In de weken daarna ben ik de meest verschrikkelijke ‘wat als’-scenario’s herhaaldelijk langsgegaan. Wat als de auto óp mijn broer was gerold? Wat als mijn moeder die wond in haar gezicht had? Wat als we iets eerder waren, of iets later? Toch heb ik ook iets gewonnen met het ongeluk. Een paar seconden voor we geraakt werden vroeg God of ik nog even mijn gordel om wilde doen. Ik voelde dat we een ongeluk zouden krijgen. Ik had ook mijn broer willen vragen om zijn gordel om te doen, maar ik deed het niet. Toen ik de ingedeukte auto aan zijn kant zag, wist ik dat hij hem waarschijnlijk niet om had moeten hebben. Het was een perfect uitgestippeld plan waar wij, maar ook de andere slachtoffers niet beter uit hadden kunnen komen.

God zij dank zijn de meeste dromen bedrog, ook die van mij.

Geschreven door

Anouk

Misschien ook wat voor jou

Volg BEAM op TikTok!

Voor video's van inspirerende jongeren die licht willen verspreiden! 💛💡