
COLUMN: Ik ben minder waard dan een paard

door
BasDoor die verhouding zag ik Fleur bijna nooit. Uiteindelijk zat ik vaker met haar ouders thee te drinken dan dat ik met haar tijd doorbracht. “Zo terug, Felix is al een uur alleen.”. “Ik moet gaan, Felix heeft een gek niesje.”. Felix hier. Felix daar. Felix zus. Felix zo. EN IK DAN? JE EIGEN VRIEND. IK WIL OOK AANDACHT.
De relatie heeft een maand geduurd. Ik kon het niet aan. Ik wilde nummer 1 zijn. Haar liefie. Haar schattepatatje. Haar torteldruifje. En die positie al helemaal niet afstaan aan een freakin’ paard. Wat dacht ze wel. Zo ga je in een relatie niet met elkaar om. Dan ben je elkaars belangrijkste.
Enfin, dat dacht mijn 15-jarige hoofd (kop) destijds. Dat je elkaar binnen een relatie op nummer 1 zet. En ik geef toe, ik zou het nog steeds niet fijn vinden om twee uur te wachten op een vriendin die haar paard aan het zoenen (‘boenen’) is. Toch denk ik niet dat het verstandig is om mijn leven volledig af te stemmen op een ander mens/wezen.
Alles is namelijk vergankelijk. Je baan, studie, familie, vrienden en liefde. Het kan allemaal verdwijnen, ophouden of overlijden. Alles is vergankelijk, behalve God. Hij blijft. Van je ledikant tot je sterfbed. En erna. Dus zou het logisch zijn om God altijd op nummer 1 te hebben. Even naar Hem, al is het voor een seconde. Voordat je naar je baan, liefde of paard vertrekt.
“Maar eerst ga ik naar God.”
Bas (23) heeft een kleine mond en een grote bek. Maar is geen paard.